Hoeveel KIA voor samenwerkingsverband?
Opvallende uitspraak. Om investeringen in het MKB te ondersteunen, bestaat er een extra fiscale aftrek voor kleinschalige investeringen (KIA). De aftrek komt in mindering op de winst, naast de normale afschrijvingen. De aftrek bestaat uit een percentage van de investeringen en loopt vanaf een bepaald bedrag af naar nihil. Onlangs kwam de vraag aan de orde hoe de KIA moest worden berekend als een samenwerkingsverband investeert. De rechtbank in Gelderland deed hierover een zeer opvallende uitspraak (ECLI:NL:RBGEL:2019:5593) die ongetwijfeld nog forse gevolgen zal hebben. Wat speelde er?
KIA-gedonder over 2019
De KIA kent een niet-lineair verloop, zoals blijkt uit de volgende tabel (cijfers 2019).
Investering | KIA |
Tot € 2.300 | € 0 |
€ 2.301 t/m € 57.321 | 28% |
€ 57.322 t/m € 106.150 | € 16.051 |
€ 106.151 t/m € 318.449 | € 16.051 -/- 7,56% van investering boven € 106.150 |
Meer dan € 318.449 | € 0 |
Investering door maatschap. In de betreffende zaak werd door een maatschap van twee agrariërs voor ruim € 63.000 geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen. Daarbij was de vraag aan de orde op hoeveel KIA iedere maat recht had. Op grond van de tabel was uw collega van mening dat dit € 16.051 moest zijn. De inspecteur was echter van mening dat dit bedrag de KIA voor beide maten betrof en dat dit bedrag tussen hen beiden verdeeld moest worden op basis van de winstverdeling. Omdat deze fiftyfifty was, bestond er volgens de inspecteur per maat ook maar recht op de helft van de KIA van € 16.051.
Investeringen toch samentellen? Wettelijk is bepaald dat de investeringen van een samenwerkingsverband van ondernemers samengeteld moeten worden voor de KIA. Voor de KIA moet dan dus niet worden uitgegaan van de investering per ondernemer, omdat hierdoor het samenwerkingsverband meer KIA zou kunnen krijgen dan wanneer dezelfde investering door één ondernemer zou zijn gedaan. Zo zou een investering van bijv. € 400.000 geen recht op KIA geven, wanneer deze door één ondernemer zou zijn gedaan en wel wanneer deze door een maatschap van twee ondernemers zou zijn gedaan.
KIA ook verdelen? In deze zaak was de vraag aan de orde of dit ook betekent dat het bedrag aan KIA dat bij de gezamenlijke investering hoort, ook tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband verdeeld moet worden. De rechters kwamen tot het opvallende oordeel dat dit niet het geval is. Naar hun mening heeft dus iedere maat of vennoot recht op het volledige bedrag aan KIA. De rechters leiden dit af uit een recent arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:785) . Hierin ging het echter om de vraag of voor de KIA de buitenvennootschappelijke investeringen van een van de vennoten bij de investeringen van de vennootschap opgeteld moesten worden. Het arrest vermeldde echter niets over de vraag of de aldus berekenende KIA onder de leden van de vennootschap verdeeld moest worden.
Tip. Toch leidt de rechtbank uit het arrest af dat dit niet hoeft en dat dus ieder lid van de maatschap of vennootschap recht heeft op de volledige KIA.
Wat scheelt dat nu?
Hierna geven we enkele voorbeelden voor een vennootschap of maatschap met drie vennoten of maten. Hierin geven we aan wat het verschil in uitkomst is als iedere maat of vennoot recht heeft op de hele KIA, in vergelijking met de situatie waarin ieder slechts recht heeft op een evenredig deel van de KIA.
Investering | € 90.000 | € 150.000 | € 240.000 |
Gedeelde KIA | € 5.350 | € 4.245 | € 1.977 |
Volledige KIA | € 16.051 | € 12.736 | € 5.932 |
Verschil | € 10.701 | € 8.491 | € 3.955 |
Toch een vreemde uitkomst? De uitkomst is op zijn minst opmerkelijk, omdat volgens deze berekeningswijze een samenwerkingsverband recht op een hogere KIA kan krijgen, dan wanneer een ondernemer in zijn eentje hetzelfde bedrag investeert. De rechtbank vindt dit kennelijk zelf ook vreemd, maar geeft aan dat de wetgever dit moet veranderen als dit effect ongewenst wordt gevonden. Dit is geen taak voor de rechter, zo vindt deze.
Wat te doen in zo’n situatie?
Claim in een vergelijkbare situatie in uw aangifte als deelnemer in bijv. een vennootschap de hele KIA en niet een evenredig deel op basis van de winstverdeling. Dit kan via een bezwaarschrift ook voor uw aangiften uit het verleden die nog niet definitief vaststaan. De fiscus zal tegen de uitspraak ongetwijfeld in hoger beroep gaan, want de uitspraak staat ook haaks op een eerdere uitspraak van Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2019:759) . De kans op succes staat dus zeker niet vast, maar zo stelt u uw rechten in ieder geval veilig. Blijft de uitspraak overeind, heeft u dus recht op meer KIA.
De rekentool ‘Berekening voordeel KIA volgens rechtspraak’ kunt u downloaden via http://tipsenadvies-eenmanszaak.nl/download (TE 10.05.06).