Het testament voor u als bouwondernemer goed geregeld!
Flexibel testament
Een goed ondernemerstestament moet zo flexibel mogelijk worden opgesteld. De testateur (de persoon die het testament opstelt) kent immers niet de omvang en samenstelling van zijn vermogen op de dag van zijn overlijden. Ook kent hij de fiscale regels die op dat moment gelden niet, want die veranderen elk jaar. Met een flexibel testament kan de langstlevende echtgenoot na overlijden van de partner (de ondernemer) beslissen wat er met diens nalatenschap (de erfenis) moet gebeuren. Aan de ene kant kan alles worden toegedeeld aan de langstlevende, aan de andere kant kan alles rechtstreeks naar de kinderen gaan. Daar tussenin zijn er vele mogelijkheden. Welke keuzes er worden gemaakt, is afhankelijk van ieders behoefte op dat moment, met name van de langstlevende echtgenoot. Ook moet er worden bekeken wat fiscaal gezien de meest gunstige weg is om te bewandelen. Overleg met de accountant of belastingadviseur is daarvoor van groot belang.
(On)gelijke erfdelen
De wet zegt dat de langstlevende echtgenoot en de kinderen ieder een gelijk deel van de waarde van de nalatenschap verkrijgen. Maar bij testament kan daarvan worden afgeweken. Soms wordt de langstlevende echtgenoot voor 1/100 deel of zelfs voor 1/1000 deel erfgenaam en de kinderen ieder voor een gelijk deel van het restant van de nalatenschap. De kinderen verkrijgen daardoor meteen het grootste deel van de waarde van de nalatenschap. Of dat fiscaal voor de erfbelasting aantrekkelijk is, moet in overleg met de accountant of belastingadviseur worden bekeken.
Wettelijke verdeling. Uitgangspunt van het ondernemerstestament is de wettelijke verdeling. Op basis daarvan wordt de gehele nalatenschap (inclusief alle bedrijfsgoederen en/of BV-aandelen) aan de langstlevende echtgenoot toegedeeld. Deze wordt daarvan de enige eigenaar. Daarbij maakt het niets uit voor welk deel de langstlevende echtgenoot als erfgenaam is benoemd. De kinderen verkrijgen ieder een vordering op de langstlevende echtgenoot voor de waarde van hun erfdeel (dat ze op dat moment niet krijgen!). Die vordering is (normaal gesproken) pas opeisbaar op het moment van overlijden van de langstlevende echtgenoot (hun langstlevende ouder) en wordt dan met de waarde van diens nalatenschap verrekend.
Rentebepaling. Over de vorderingen van de kinderen op hun langstlevende ouder mag jaarlijks rente worden berekend. Daardoor wordt de vordering steeds hoger, wat gunstig is voor de erfbelasting bij overlijden van de langstlevende ouder. In het testament kan daarvoor een vast rentepercentage worden opgenomen (tot 6% samengestelde rente is toegestaan). Maar om zo flexibel mogelijk te zijn, wordt er meestal bepaald dat de rente door de erfgenamen in onderling overleg of door de langstlevende echtgenoot alleen wordt vastgesteld. Overleg met de accountant of belastingadviseur is daarvoor uiteraard noodzakelijk.
Quasiwettelijke verdeling
Het is mogelijk om in het ondernemerstestament een ‘quasiwettelijke verdeling’ op te nemen. De nalatenschap blijft dan onverdeeld totdat deze door de erfgenamen (de langstlevende echtgenoot en de kinderen) alsnog wordt verdeeld. Daarbij houdt de langstlevende echtgenoot alle touwtjes in handen, omdat deze in het testament tot executeur/afwikkelingsbewindvoerder wordt benoemd. Het voordeel van de quasiwettelijke verdeling is dat bepaalde goederen (bedrijfsgoederen, BV-aandelen, bedrijfspand, landbouwgronden) meteen aan een of meer kinderen kunnen worden toegedeeld. Om fiscale redenen (erfbelasting, overdrachtsbelasting) kan dat interessant zijn. Het (enige) nadeel van de quasiwettelijke verdeling is dat de kinderen daardoor meteen privé aansprakelijk worden voor de schulden van de nalatenschap. Bij het opstellen van het testament is dat risico normaal gesproken wel in te schatten.
Afvullegaat. Met een afvullegaat kan de fiscale vrijstelling die de langstlevende echtgenoot heeft voor de erfbelasting (2020: € 661.328) volledig worden benut. Zo wordt er optimaal gebruikgemaakt van de mogelijkheid tot vermogensoverheveling zonder dat er erfbelasting moet worden betaald.
Legaat kleinkinderen. Een andere mogelijkheid tot vermogensoverheveling naar de volgende generatie(s) is een legaat aan ieder van de kleinkinderen ter grootte van de voor hen geldende vrijstelling voor de erfbelasting (2020: € 20.946). In het testament kan worden bepaald dat dit legaat ten laste komt van het erfdeel van het eigen kind van de testateur (ouder van het kleinkind) en pas opeisbaar is bij overlijden van de langstlevende ouder van het betreffende kleinkind.
Wettelijke verdeling ongedaan. De (quasi)wettelijke verdeling kan door de langstlevende echtgenoot ongedaan worden gemaakt. In dat geval moet de nalatenschap alsnog worden verdeeld. Als in het testament een afwikkelingsbewind wordt ingesteld en de langstlevende echtgenoot tot afwikkelingsbewindvoerder wordt benoemd, houdt die daarbij de touwtjes in handen.
Keuzelegaat. Via een keuzelegaat kan de langstlevende echtgenoot naar eigen keuze goederen uit de nalatenschap (de krenten uit de pap) verkrijgen en aan zichzelf toedelen. Voor de waarde daarvan verkrijgen de kinderen een vordering op de langstlevende ouder die, net zoals bij de wettelijke verdeling, pas opeisbaar is bij diens overlijden.
Legaat vruchtgebruik. De goederen die de langstlevende echtgenoot niet wil hebben, gaan rechtstreeks naar de kinderen. Maar de langstlevende echtgenoot verkrijgt een levenslang vruchtgebruik over die goederen. Daarbij kan er in het testament worden bepaald dat de vruchtgebruiker het recht heeft om die goederen te verteren (op te maken) of te vervreemden (over te dragen).
Uitsluitingsclausule
Uiteraard wordt in het ondernemerstestament een uitsluitingsclausule opgenomen. Op basis daarvan blijft de erfenis die door een erfgenaam (eigen kind) wordt verkregen, altijd tot diens privévermogen behoren, ook al is de erfgenaam (voor 1 januari 2018) gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In geval van echtscheiding gaat de ex-partner (‘de koude kant’) er dan niet met de helft van de waarde vandoor.
Bedrijfsopvolger bekend?
Is de bedrijfsopvolger van de ondernemer al bekend als het testament wordt opgemaakt, dan zijn er nog enkele aanvullende mogelijkheden. Het is in ieder geval raadzaam om de bedrijfsopvolger met naam in het testament te benoemen. Dat schept duidelijkheid voor de overige erfgenamen.
Legaat bedrijfsvermogen. In het testament kunnen alle bedrijfsgoederen, bedrijfspand en/of BV-aandelen worden gelegateerd aan de bedrijfsopvolger. Daardoor worden deze bedrijfsgoederen afgezonderd van het overige vermogen van de nalatenschap. Die goederen worden dan niet meegenomen in een verdeling, maar gaan rechtstreeks naar de bedrijfsopvolger. Als de bedrijfsopvolger in het testament tevens tot executeur wordt benoemd, kan hij de bedrijfsgoederen meteen aan zichzelf leveren. Daardoor kan hij meteen de leiding over het bedrijf overnemen, wat de continuïteit van de onderneming ten goede komt.
Waarde/afrekenen met erfgenamen. De wijze waarop de waarde van de bedrijfsgoederen moet worden vastgesteld, kan door de testateur worden bepaald. Ook kan hij bepalen of, en zo ja voor welke deel van de waarde, de bedrijfsopvolger met de overige erfgenamen moet afrekenen. Om de bedrijfsopvolger (en daarmee de onderneming) niet in liquide moeilijkheden te brengen, kan er worden bepaald dat hij de schuld aan de overige erfgenamen in termijnen mag voldoen.
Fiscale vrijstelling. Voor de bedrijfsopvolger is de verkrijging van ondernemingsvermogen tot een bedrag van € 1.102.209 (2020) vrijgesteld van erfbelasting. Boven dat bedrag geldt er een vrijstelling van 83%. Moet er erfbelasting worden voldaan, dan kan daarvoor tien jaar uitstel van betaling worden aangevraagd.
Download het ‘Overzicht van de nieuwste erfbelastingcijfers 2020‘ van http://tipsenadvies-bouw.nl/download (BW 22.09.08).