De garage als bedrijfsruimte ontgroeid …
Als u besluit buitenshuis verder te gaan met uw bedrijf, moet u natuurlijk eerst weten wat voor bedrijfsruimte u nodig heeft.
Twee soorten. Ook voor de regels die op de huur van bedrijfsruimte van toepassing zijn, is het ene bedrijfspand het andere niet. Juridisch gezien zijn er twee soorten bedrijfsruimtes: middenstands-bedrijfsruimtes en overige bedrijfsruimtes.
Wat is het verschil?
Middenstandsbedrijfsruimte. Bij een middenstandsbedrijfsruimte gaat het bijv. om horeca en detailhandel. De locatie is dan voor uw klanten (en dus voor u) van belang. Een tassenwinkel vestig je in een winkelstraat en niet op een industrieterrein.
Overige bedrijfsruimte. Voor overige bedrijfsruimte, zoals kantoren en loodsen, is de locatie vaak veel minder van belang. Dit neemt niet weg dat veel kantoren ook op zichtlocaties staan om het succes van hun bedrijf te onderstrepen.
Proeftijd maximaal twee jaar
Middenstandsbedrijfsruimtes. Bij middenstandsbedrijfsruimtes gelden er dwingende regels over de contractduur en de opzegging. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor vijf plus vijf jaar met een opzegtermijn van twaalf maanden.
Kan een proeftijd? Vijf jaar is een lange tijd, dus misschien wilt u liever eerst een proeftijd. Voor middenstandsbedrijfsruimtes mag een proefperiode van maximaal twee jaar worden afgesproken.
Overige bedrijfsruimtes. Bij overige bedrijfsruimtes gelden er geen dwingende regels en kan er feitelijk alles afgesproken worden.
Twee jaar is twee jaar! Een huurcontract middenstandsbedrijfsruimte voor meer dan twee jaar wordt automatisch een huurcontract voor vijf plus vijf jaar.
Wilt u een proefperiode van drie jaar? Dit is nietig en geldt dus niet. Na twee jaar heeft u automatisch een huurovereenkomst van vijf plus vijf jaar. Tip. U voorkomt onduidelijkheden door aan de wettelijke vereisten te voldoen en een proefperiode van maximaal twee jaar af te spreken.
Of toch drie jaar?
U wilt het per se ... Het kan natuurlijk zo zijn dat u twee jaar te kort vindt, bijv. omdat u zeker drie jaar nodig heeft om de kosten van de inrichting terug te verdienen en de verhuurder ook bereid is tot een proefperiode van drie jaar.
Kantonrechter. Als u een afwijkende huurperiode wilt, kunt u naar de kantonrechter stappen en vragen die periode van bijv. drie jaar (die in strijd is met dwingend recht) goed te keuren. Dit is een eenvoudige procedure die zowel door u als door de verhuurder gestart kan worden.
Procedure. In zo’n procedure beoordeelt de rechter of de belangen van de huurder (uw belangen dus) niet wezenlijk worden aangetast. Tip. Als de afwijkende proefperiode op uw initiatief tot stand komt, is de goedkeuring door de kantonrechter een formaliteit. Let op. Door die goedkeuring is een huurperiode van drie jaar ook echt drie jaar in plaats van vijf jaar. Dit kan voordelig zijn, maar kan ook in uw nadeel uitvallen. Tip. Ook andere bepalingen in de huurovereenkomst die afwijken van dwingend recht, kunnen worden goedgekeurd door de kantonrechter. Denk bijv. aan een kortere opzegtermijn.