Drankje bij het diner, hoeveel btw?
Eindelijk duidelijkheid. Voedsel en drank is in Nederland belast tegen het lage btw-tarief van 9%. Dat tarief geldt ook voor restauratieve diensten. Alcoholhoudende drank is echter uitgesloten van het lage btw-tarief en kent dus een tarief van 21%. Er bestond de afgelopen jaren onzekerheid over de vraag welk btw-tarief er geldt als alcoholhoudende drank deel uitmaakt van een restauratieve dienst. Mag voor de hele dienst dan toch het lage btw-tarief worden toegepast, inclusief de alcoholhoudende drank? De Hoge Raad heeft onlangs aan alle onzekerheid een eind gemaakt. Wat besliste onze hoogste rechter en wat betekent dat voor u?
EĂ©n dienst?
In de zaak waarin de Hoge Raad uitspraak deed, was een collega van u van mening dat het verstrekken van een lunch of diner met inbegrip van de alcoholische drank moest worden gezien als één dienst. Daarbij staat volgens uw collega het verstrekken van voedsel voorop en gaat het verstrekken van drank op in deze dienst. Hij bepleitte derhalve dat de gehele prestatie belast zou moeten zijn tegen het lage tarief voor restauratieve diensten van 9%. De inspecteur was het hiermee niet eens en vond dat op de verstrekte alcoholische dranken het tarief van 21% van toepassing was, waarna de zaak voor de rechter kwam. Na Rechtbank Zeeland-West-Brabant en Hof ’s-Hertogenbosch mocht onlangs uiteindelijk de Hoge Raad de knoop doorhakken (ECLI:NL:HR:2019:1724) .
Samengestelde prestatie? Voor de Hoge Raad kwam de vraag aan de orde of de visie van uw collega juist was en of er bij het verstrekken van voedsel en alcoholische dranken inderdaad sprake is van Ă©Ă©n prestatie. We zagen dit in de rechtspraak eerder toen de organisator van een obstacle run na afloop aan de deelnemers een biertje en een T-shirt verstrekte. De rechter oordeelde destijds dat de verstrekking van zowel het biertje als het T-shirt opgingen in de sportieve prestatie van het deelnemen aan de obstacle run en dat op die hele prestatie het lage btw-tarief kon worden toegepast (ECLI:NL:GHARL:2017:10125) .
Niet bij alcoholische drank bij diner. In de zaak van uw collega oordeelde de rechter echter anders. Volgens de Europese richtlijn waarop onze btw-wetgeving is gebaseerd, mogen lidstaten namelijk alcoholische dranken uitsluiten van het verlaagde tarief voor restauratieve diensten. Ook Nederland heeft dit gedaan en dus mocht de inspecteur de alcoholische dranken los van de verstrekte maaltijd apart met btw belasten en wel tegen 21%. Teleurstellend dus ...
Wat kunt u hiermee?
De uitspraak biedt eindelijk duidelijkheid aan alle horecaondernemers. Vanwege de mogelijk positieve uitkomst hebben velen van hen de afgelopen jaren bezwaar gemaakt tegen hun btw-aangiften, hopend op een positieve uitkomst. Nu de Hoge Raad helaas anders heeft beslist, zal de fiscus dergelijke bezwaarschriften afwijzen, voor zover dit al niet gebeurd was. Bent u ook in bezwaar gegaan hangende deze zaak, dan kunt u op korte termijn dus ook een dergelijke afwijzing verwachten. Het heeft geen zin hiertegen te procederen, want een hogere rechter dan de Hoge Raad kent ons land niet. U zult dus moeten leven met het hoge btw-tarief op alcoholische dranken die deel uitmaken van een lunch of diner.