BUITENLANDS BELASTINGPLICHTIG - 20.12.2019

De reikwijdte van Schumacker, waar is het inkomen belast?

Op 8 november heeft de Hoge Raad beslist dat de Schumacker-exceptie Nederland als werkstaat niet verplicht bij de berekening ter voorkoming van dubbele belasting negatieve inkomsten in verband met een in het buitenland gelegen eigen woning, in aftrek toe te staan.

Schumacker arrest In het Schumacker-arrest uit 1995 (ecli:eu:c:1995:31) is uitgemaakt in hoeverre inwoners en niet-inwoners van EU-lidstaten in een EU-werkland anders behandeld mogen worden voor de inkomstenbelasting, nu zij niet gelijk zijn aan elkaar. Als een niet-inwoner in het werkland vrijwel al zijn inkomen verwerft, is het strijdig met het Europese recht als het werkland de niet-inwoner ongunstiger belast door persoonlijke omstandigheden niet bij de belastingheffing in aanmerking te nemen, terwijl dat bij inwoners wel gebeurt.

Casus Een ondernemer woonde samen met zijn partner in de Belgische eigen woning van deze partner die alleen belastbaar inkomen uit België ontvangt. Hij drijft zelf een eenmanszaak in Nederland, waarvoor hij ook in België werkzaamheden verricht. Van de belastbare winst uit deze onderneming is 90% ter heffing aan Nederland toegerekend en 10% aan België. De ondernemer en zijn partner hebben gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. In de aangifte heeft de ondernemer negatieve inkomsten (hypotheekrente) uit de Belgische eigen woning in aanmerking genomen. Ook is er in de aangifte vermindering geclaimd ter voorkoming van dubbele belasting voor het aan België toegerekende belastbare deel van de winst. De vraag is of bij de berekening van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting de betaalde hypotheekrente voor de Belgische woning in aanmerking moet worden genomen samen met de aan België toe te rekenen winst uit onderneming.

Schumacker-norm

Het hof achtte eerder in deze procedure al dat voor de in het Schumacker-arrest opgenomen norm het gezamenlijke inkomen in aanmerking moet worden genomen en niet enkel de inkomsten van de ondernemer. Wanneer een ‘gezin’ in een woonland een substantieel inkomen verwerft, dan is het ter discretie van dat land de persoonlijke en gezinssituatie fiscaal al dan niet in aanmerking te nemen. Kiest het woonland hier niet voor, dan schept dit geen verplichting voor Nederland dit wel te doen. Omdat het gezinsinkomen in de voorliggende zaak niet nagenoeg geheel in Nederland wordt belast, is Nederland als werkstaat dus niet door het EU-recht verplicht de aftrek eigen woning toe te staan.

Belang Dat de ondernemer graag had gezien dat Nederland bij deze berekening ook de hypotheekrenteaftrek had moeten toestaan, is te begrijpen. Nu dit niet blijkt te hoeven, leidt toepassing van (het inmiddels vervallen) art. 3 Uitvoeringsbesluit inkomstenbelsting 2001 tot saldering hiervan met zijn in België behaalde winst. Met dit arrest maakt de Hoge Raad (ecli:nl:hr:2019:1722) duidelijk dat de Schumacker-jurisprudentie niet zo ver gaat dat het in strijd met EU-recht is dit niet te compenseren.

Gezinsinkomen en werkstaat

Met de introductie van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen per 1 januari 2015 is de mogelijkheid om te kiezen voor behandeling als Nederlands binnenlands belastingplichtige komen te vervallen.Ook onder de nieuwe regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen (art. 7.8 lid 6 wet ib 2001) is er geen verplichting voor de werkstaat om aftrek toe te staan wanneer de betreffende niet-ingezetene niet nagenoeg zijn gehele gezinsinkomen in de werkstaat verwerft.

bz-advies

Let bij het opstellen van een aangifte inkomstenbelasting voor een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige op of het gezinsinkomen niet in de weg staat aan de mogelijkheid om de volledige hypotheekrenteaftrek in aanmerking te nemen bij de berekening ter voorkoming van dubbele belasting. Onder de huidige regeling kan het eigen deel aan negatieve inkomsten ter zake van de eigen woning in aftrek komen, mits de belastingplichtige aan voornoemde 90%-eis voldoet. Als er op gezinsniveau aan deze eis wordt voldaan, kan het deel van beide partners in aftrek komen en worden toegerekend aan de belastingplichtige voor wie dit het gunstigste is. Bovenstaande geldt voor de goede orde met dien verstande dat ook aan de overige voorwaarden is voldaan, zoals EU-onderdaanschap (of EER, Zwitserland en/of BES), alsmede het kunnen overleggen van een woonplaatsverklaring.

Aandachtspunt bij de IB-aangifte voor een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is het gezinsinkomen. Wordt een substantieel deel in het woonland verdiend, dan verhindert dit de mogelijkheid om de volledige hypotheekrenteaftrek in aanmerking te nemen bij de voorkoming van dubbele belasting.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01