Zonder verzuim geen schadevergoeding verschuldigd!

Problemen. Piet heeft met Geert een overeenkomst gesloten voor de verbouwing van zijn huis. Nog voor de oplevering ontstaan er problemen. Volgens Geert laat de kwaliteit van het werk te wensen over en moet de bouw op veel punten nog worden afgewerkt. Het lijkt hem sterk dat de datum van oplevering kan worden gehaald. Dus stuurt hij Piet een e-mailbericht met de mededeling dat het werk snel moet worden afgerond en dat zijn geduld op is. Hij stelt voor om bij elkaar te komen om een concrete einddatum te bespreken.

Tegenvoorstel. Als reactie stuurt Piet een e-mailbericht met een voorstel om tot afronding van het werk te komen. Tevens stuurt hij als bijlage een nota mee met de bedragen die volgens hem nog door Geert moeten worden voldaan. Helaas staan er enkele fouten in zijn berekening.

Overeenkomst opgezegd

Dat schiet bij Geert zodanig in het verkeerde keelgat dat de aannemingsovereenkomst door hem direct wordt opgezegd. Hij stelt dat Piet tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, omdat het werk niet op tijd is afgerond. Daardoor is hij in verzuim geraakt. Tevens eist hij van Piet een bedrag van € 119.241 als schadevergoeding. Dat is het bedrag waarvoor hij herstel- en afrondingswerkzaamheden moet laten uitvoeren.

Betwisting. Piet betwist dat hij in verzuim is geraakt. In verband met de gerezen problemen heeft hij een voorstel tot afronding gedaan. Dat is afgewezen. Vervolgens is hem de toegang tot de bouw ontzegd. Daarop heeft hij het werk neergelegd. Hij is niet in de gelegenheid gesteld om het werk af te ronden en gebreken te herstellen.

Wat zegt de wet?

Een schuldenaar (Piet) is verplicht om de schade aan de schuldeiser (Geert) te vergoeden als hij tekort is geschoten in de nakoming van een verbintenis. Daarvoor is vereist dat de schuldenaar in verzuim is geraakt (art. 6:74 BW) . Het verzuim treedt in als de schuldenaar in gebreke wordt gesteld door een schriftelijke aanmaning van de schuldeiser waarbij hem een redelijke termijn wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft (art. 6:82 lid 1 BW ). Een verzuim kan ook intreden zonder schriftelijke ingebrekestelling. Dan moet duidelijk zijn dat de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van zijn verbintenis tekort zal schieten (art. 6:83 sub c. BW) . De bewijsbal daarvoor ligt bij de schuldeiser.

Hoe oordeelt de rechter? Rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2019:10427) stelt vast dat uit het e-mailbericht van Geert niet blijkt dat er door hem een fatale termijn is gesteld waarbinnen het werk moet zijn afgerond. Dat is noodzakelijk om te kunnen stellen dat Piet in verzuim is geraakt. Als Geert stelt dat Piet ook zonder ingebrekestelling in verzuim is geraakt (art. 6:83 sub c. BW ), ligt de bewijsbal daarvoor bij hem. Helaas voor hem slaagt Geert niet in dat bewijs. Piet heeft een voorstel gedaan om tot afronding van het werk te komen. Hoewel de rechter de ergernis van Geert over de foutieve nota begrijpt, mag uit het bericht van Piet niet zomaar worden afgeleid dat deze zijn verplichtingen niet zou nakomen. Er was blijkbaar nog onderhandelingsruimte. Dus vindt de rechter dat Piet niet in verzuim is geraakt. Van schadevergoeding kan dan ook geen sprake zijn!