AFROOMMETHODE - 29.11.2019

Gebruikelijk loon en de afroommethode

Afroommethode Een van de bekendste methodes om het gebruikelijk loon vast te stellen, die is ontstaan in de rechtspraak, is de afroommethode. Als er geen vergelijking valt te maken tussen de werkzaamheden van de directeur en een werknemer met een vergelijkbare dienstbetrekking, kan de afroommethode in beeld komen. De afroommethode kan worden toegepast op het moment dat er sprake is van een situatie waarbij de opbrengsten van een lichaam nagenoeg geheel (dat wil zeggen 90% of meer) voortvloeien uit de door de directeur - in zijn hoedanigheid van werknemer van dat lichaam - verrichte arbeid. De afroommethode berekent het gebruikelijk loon op basis van de opbrengsten van het desbetreffende lichaam, verminderd met de aan die opbrengsten toe te rekenen kosten, lasten en afschrijvingen (exclusief het loon van de betreffende dga (ecli:nl:hr:2004:an8666) ). 75% van het restant is dan het gebruikelijk loon voor de desbetreffende dga.

Samenwerkingsverband In de uitspraak van Hof Den Haag stelt het hof dat de afroommethode niet kan worden toegepast, omdat ‘het resultaat van het desbetreffende lichaam in niet-onbetekenende mate afhankelijk was van de bijdrage van de medebestuurder van dat lichaam’ (ecli:nl:ghdha:2019:2748) . In casu verrichtte de directeur, via zijn holdingvennootschap, arbeid in een samenwerkingsverband. De opbrengsten in de holding bestonden uit een aandeel in het resultaat van dat samenwerkingsverband. In die situatie is er van ‘nagenoeg geheel voorvloeien uit de door de directeur verrichte arbeid’ alleen sprake wanneer de omvang van het aandeel van het desbetreffende lichaam in het resultaat van dat samenwerkingsverband nagenoeg uitsluitend wordt bepaald door de arbeid die de directeur in het samenwerkingsverband verricht. Als het winstaandeel gebaseerd is op een percentage van het resultaat van het samenwerkingsverband, ontbreekt dit verband en kan de afroommethode niet worden toegepast.

bz-advies

De verhouding in de werkmaatschappij en de wijze waarop het winstaandeel in de werkmaatschappij wordt vastgesteld, zijn van belang voor het vaststellen van gebruikelijk loon. Hangt het winstaandeel voor een niet-onbetekenend deel af van de arbeid van andere partners en werknemers, dan kan de afroommethode niet meer worden toegepast.

Conclusie De gebruikelijkloonregeling blijft de gemoederen bezighouden. Uit de hiervoor aangehaalde uitspraak volgt dat de afroommethode niet zonder meer toegepast kan worden om het gebruikelijk loon op holdingniveau vast te stellen.