Hoofdelijke aansprakelijkheid voor hypotheek ex-partner
Wat speelde er?
Hoofdelijk verbonden voor hypotheek. Eva en Tim zijn in 2006 samen gaan wonen in de woning van Tim. Eind 2006 is voor de uitbouw van deze woning een aflossingsvrije hypotheek zonder enige vorm van vermogensopbouw voor een bedrag van € 279.500 afgesloten, waarbij Eva als hoofdelijk (mede)schuldenaar heeft meegetekend.
Einde relatie. Medio 2007 is de relatie tussen partijen verbroken. In oktober 2016 heeft Eva Tim verzocht om medewerking te verlenen aan haar ontslag uit de hypotheekverplichting, zo nodig door middel van verkoop van de woning. Tim heeft geantwoord dat hij bereid is tot overname van de hypotheek, maar dat dit helaas onmogelijk is gebleken. Verder heeft Tim aangegeven dat hij niet wil meewerken aan verkoop van de woning.
Ontslag uit de hypotheekverplichting
Vordering Eva. Eva vordert bij de rechter dat Tim ervoor moet zorgen dat zij zo spoedig mogelijk wordt ontslagen uit haar hypotheekverplichtingen, eventueel door middel van het afsluiten van een nieuwe hypotheek, en mocht dit binnen een periode van drie maanden niet mogelijk blijken, zo nodig door middel van het verkopen van de woning voor de taxatiewaarde.
Belang Eva. Eva stelt dat zij belang heeft bij het beëindigen van de hoofdelijke verbondenheid nu zij inmiddels al weer jaren een gezin vormt met haar nieuwe partner, met wie zij ook is gehuwd. Als gevolg van de hoofdelijke verbondenheid heeft zij zelf geen hypotheeklening kunnen verkrijgen voor de aankoop van een nieuwe woning. Ook wijst zij op het financiële risico dat zij loopt. Tim heeft namelijk een laag inkomen. Daarnaast kan zij worden aangesproken bij overlijden van Tim.
Verzet Tim. Tim stelt dat van hem niet kan worden verwacht dat hij zijn woning verkoopt, dat is een te grote inbreuk op zijn eigendomsrecht. Bovendien zal het vinden van een ander onderkomen door zijn lage inkomen vrijwel onmogelijk zijn. Eva heeft destijds bewust gekozen voor het medeschuldenaarschap en daarmee heeft zij aanvaard dat deze situatie is ontstaan.
Wat zegt de rechter?
Eva krijgt gelijk. De omstandigheden afwegende - met name gelet op de uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voortvloeiende financiële risico’s en belemmeringen voor Eva, terwijl de relatie reeds meer dan tien jaar geleden is beëindigd - is Rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2019:4604) van oordeel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de huidige situatie te laten voortduren. Het belang van Eva bij het beëindigen van de hoofdelijke verbondenheid voor de hypotheek op de woning van Tim, zo nodig door verkoop, gaat daarom volgens de rechter boven het belang van Tim. De vordering van Eva wordt dus toegewezen.
Belang voor de praktijk
Het komt regelmatig voor dat een van de partners een woning aankoopt, terwijl zij samen (voor de financiering van deze woning) hoofdelijk medeschuldenaar worden voor de hypotheek. Dit is een ongunstige positie voor de partner/niet-eigenaar. Wijs uw cliënten op de risico’s, die duidelijk uit deze uitspraak naar voren komen.