BELASTINGEN - 29.05.2019

WOZ-waarde bedrijfspand bepaalt uw fiscale afschrijving

Wijziging regelgeving afschrijving. De WOZ-waarde is, behalve voor gemeentelijke heffingen, ook bepalend voor de vraag of u op uw bedrijfspand kunt afschrijven. Tot 2019 kon u afschrijven tot 50% van de WOZ-waarde. Voor BV’s is echter vanaf 2019 bepaald dat er afgeschreven kan worden tot (100% van) de WOZ-waarde van uw pand. De nieuwe regeling is dus een flinke beperking van uw afschrijvingsmogelijkheden. En dat kan u best wel eens meer vennootschapsbelasting gaan kosten.

Voorbeeld. Het bedrijfspand in uw BV heeft een fiscale boekwaarde van € 2,4 miljoen, en de WOZ-waarde is eveneens vastgesteld op € 2,4 miljoen. Dit betekent dat uw BV niet meer op het pand mag afschrijven. Na taxatie door een taxateur blijkt uw pand een waarde van € 2,2 miljoen te hebben. Indien na bezwaar de WOZ-waarde wordt vastgesteld op € 2,2 miljoen, kunt u nog maximaal € 200.000 op het pand afschrijven.

Wat betekent dit fiscaal?

Stel dat uw BV het pand jaren geleden voor € 4,5 miljoen heeft gekocht en in 40 jaar afschrijft tot een geschatte restwaarde van € 500.000. U mag dan in 2019 1/40 x (€ 4.500.000 -/- € 500.000) = € 100.000 afschrijven. Bij ongewijzigde omstandigheden mag dat ook nog in 2020. Daarna bedraagt de boekwaarde net als de WOZ-waarde € 2,2 miljoen en is verder afschrijven niet meer mogelijk totdat de WOZ-waarde weer verder afneemt.

Sinds 2019 is het extra belangrijk dat u een te hoge WOZ-waarde aanvecht via bezwaar en eventueel beroep bij de rechter. Dat bespaart dus niet alleen gemeentelijke heffingen, maar ook vennootschapsbelasting!

Pand niet in de BV. Deze afschrijvingsbeperking geldt dus alleen voor het pand dat op de balans van uw BV staat. Dus niet voor het pand in uw eenmanszaak of het pand dat u zelf verhuurt aan uw BV. Hiervoor blijft de afschrijvingsbeperking beperkt tot 50% van de WOZ-waarde. De vraag is of deze nieuwe regeling nu reden vormt om het pand (of zelfs uw hele bedrijf) uit uw BV te halen. Dat is te kort door de bocht, omdat deze keuze van meerdere factoren afhangt, zoals bijv. de hoogte van uw bedrijfswinsten. Het is echter wel een reden om nog eens kritisch te kijken of de BV nog wel het juiste juridische jasje voor uw bedrijf is.

Uit de BV?

Indien de conclusie is dat u uw bedrijf beter buiten de BV kunt voortzetten, dan kan dat bijv. via de zgn. ‘geruisloze terugkeerregeling’ in de vennootschapsbelasting. Deze maakt het onder voorwaarden mogelijk om de onderneming zonder heffing van vennootschapsbelasting en (6%) overdrachtsbelasting uit de BV te halen. De verrekenbare verliezen van de BV gaan bij de geruisloze terugkeer niet verloren. Deze worden omgezet in verliezen die u kunt verrekenen met uw box 1-inkomen.

Als met goedkeuring van de Belastingdienst de BV geruisloos wordt omgezet in een eenmansbedrijf, dan hoeft u niet af te rekenen met de fiscus over eventuele stille reserves of goodwill. De fiscale claim hierop blijft behouden doordat de boekwaarden worden doorgeschoven naar het eenmansbedrijf. Daarnaast zal er een ‘terugkeerreserve’ ontstaan waarover op termijn nog moet worden afgerekend met de Belastingdienst.