Voorziening vormen voor een transitievergoeding?
Transitievergoeding? Op 1 juli 2015 is de Wet werk en zekerheid in werking getreden. In deze wet is onder meer de transitievergoeding opgenomen. In het kort moet u deze vergoeding aan uw werknemer betalen als de arbeidsovereenkomst op uw initiatief, dan wel door verwijtbaar handelen van uw kant, na meer dan twee jaar wordt beëindigd. De transitievergoeding is afhankelijk van de leeftijd, het aantal dienstjaren en het salaris. De transitievergoeding bedraagt in 2019 maximaal € 81.000 of één jaarsalaris als dit meer is en bedraagt al snel tienduizenden euro’s.
Voorziening voor toekomst mogelijk?
Omdat de kans dat u voor een of meer van uw werknemers ooit een transitievergoeding moet betalen niet ondenkbaar is, is de vraag relevant of u hiervoor een voorziening mag vormen. Via een voorziening kunt u ieder jaar alvast een bedrag ten laste van de winst brengen, nog voordat de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Uw voordeel is dat u nu al minder belasting betaalt, terwijl u de transitievergoeding nog niet hoeft uit te betalen. De vraag of dit mag werd onlangs voorgelegd aan Rechtbank Noord-Nederland (RBNNE:2019:1300) .
Drie voorwaarden voorziening. Als u ten laste van de winst een voorziening wilt vormen, geldt er een drietal voorwaarden die in een eerder arrest door de Hoge Raad zijn geformuleerd:
- vereist is dat de uitgaven hun oorsprong vinden in feiten of omstandigheden die zich in de periode voorafgaande aan de balansdatum hebben voorgedaan;
- die toekomstige uitgaven kunnen overigens ook aan die periode worden toegerekend, en
- ter zake van die toekomstige uitgaven bestaat een redelijke mate van zekerheid dat ze zich zullen voordoen.
Wat speelde er? In de betreffende zaak was uw collega werkgever van een aantal personeelsleden die al jaren bij hem in dienst waren. Na de wettelijke invoering van de transitievergoeding had hij hiervoor direct een voorziening van bijna € 80.000 getroffen. Als reden voerde hij aan dat het bekend is dat tegenwoordig bijna geen enkele werknemer nog zijn hele leven bij dezelfde baas werkt. Dat hij eens een transitievergoeding zou moeten betalen, lag volgens hem dus voor de hand.
Oordeel rechter. Helaas voor uw collega stond de rechter de voorziening niet toe. Volgens de rechter bestond er geen redelijke mate van zekerheid dat een transitievergoeding ooit betaald zou moeten worden. Dat werknemers tegenwoordig in de regel niet meer hun hele leven voor dezelfde baas werken, is onvoldoende om de vorming van een voorziening toe te kunnen staan. De gereserveerde € 80.000 moest dus bij de belaste winst geteld worden.
Wat kunt u hiermee? Dat de uitspraak voor uw collega negatief uitvalt, wil nog niet zeggen dat het treffen van een voorziening nooit mogelijk is. Kunt u bijvoorbeeld toekomstige ontslagen voldoende hard maken, dan voldoet u daarmee aan de voorwaarde dat er een redelijke mate van zekerheid bestaat dat u in de toekomst een of meer transitievergoedingen moet betalen. Het vormen van een voorziening is dan mogelijk. Er moeten dus aanwijzingen zijn dat er zich binnen niet al te lange termijn een redelijke kans voordoet dat u een of meer werknemers ontslaat.