Verbod gezichtsbedekking 2019 ook binnen de zorg
Achtergrond. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar is al een aantal jaren onderwerp van discussie. Met de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding wordt uitvoering gegeven aan de afspraak in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II.
Wat is verboden?
Op sommige plekken. De wet bepaalt waar het dragen van gezichtsbedekkende kleding niet is toegestaan. Het verbod richt zich specifiek op plekken en situaties waar de communicatie essentieel is voor een optimale dienstverlening of de (sociale) veiligheid. Het gaat om locaties waar mensen noodzakelijkerwijs bij elkaar komen en men elkaar niet kan ontwijken.
Soms niet verboden. Het verbod geldt niet voor zover de kleding noodzakelijk is voor de bescherming van het lichaam of passend is in verband met het deelnemen aan een feestelijke of een culturele activiteit. Ook geldt het verbod niet voor cliënten, patiënten of hun bezoekers in bepaalde delen van zorginstellingen.
Kritiek
De KNMG heeft zich vanaf het begin uitgesproken tegen een dergelijk verbod, omdat dit volgens de artsenkoepel onnodig is. In ziekenhuizen bestaat de identificatieplicht immers al lang. Bovendien kan het verbod de toegang tot de zorg belemmeren.
Het kan nu al ... Bovendien bestaat ook nu al de mogelijkheid van een kledingvoorschrift. Dat wordt in sommige zorginstellingen toegepast. Een eenduidige regel over gezichtsbedekkende kleding in de zorg is er nog niet, terwijl volgens de minister juist in de zorg communicatie belangrijk is.
Wie handhaaft? Als professional in de zorg kunt u niet verantwoordelijk worden gemaakt voor de handhaving van het verbod. De volgorde moet volgens de minister zijn dat personen die gezichtsbedekkende kleding dragen daarop eerst moeten worden aangesproken. Als dat niet helpt, kan zo nodig de politie ingeschakeld worden.
Zelf weten. Naar verwachting gaat om kleine aantallen (200 tot 400) vrouwen die boerka’s of nikabs dragen. Volgens de minister kunnen zorgverleners er ‘natuurlijk’ altijd voor kiezen om zorg te verlenen, ook als de patiënt op dit punt in overtreding is. De noodzakelijkheidsafweging maakt de zorgverlener ‘gewoon’ zelf en de hulpverlening gaat wat haar betreft altijd voor.
Maatschappelijke effecten
Discussie. Er kunnen door deze wet discussies ontstaan tussen burgers en professionals. De sectoren waar de wet geldt, willen zicht houden op de effecten van de wet en de gevolgen voor de professional. Daarom wordt de wet al na drie jaar geëvalueerd en wordt er bekeken of aanpassing noodzakelijk is.
Communicatie. Naast afstemming tussen de sectoren gaat nu de communicatie richting professionals en het publiek van start. Het gaat dan om uitleg van het verbod, zoals waar en wanneer het verbod geldt. In de communicatie staan centraal: de algemene werking van de wet, het voorkomen van het escaleren van situaties tussen burgers onderling en het belang van handhaving.