FUSIEVRIJSTELLING - 29.05.2019

Opschonen structuur zonder overdrachtsbelasting?

Gaat bij een juridische fusie tussen vennootschappen een onroerende zaak over, dan is de verkrijgende vennootschap overdrachtsbelasting verschuldigd. Onder voorwaarden is er echter een beroep mogelijk op de ‘fusievrijstelling’.

Fusievrijstelling Om een beroep te kunnen doen op de vrijstelling gelden de volgende voorwaarden (art. 15 lid 1 onderdeel h wbr in samenhang met art. 5bis ub wbr) :

  • de fusie vindt hoofdzakelijk plaats op grond van zakelijke overwegingen (zakelijkheidstoets);
  • de fuserende lichamen moeten de activiteiten gedurende drie jaar voortzetten (voortzettingseis).

Uit de toelichting op de vrijstelling volgt niet duidelijk wat het begrip ‘zakelijke overwegingen’ exact inhoudt. Wel blijkt hieruit dat:

  • aan de zakelijkheidstoets niet is voldaan als er uitsluitend vanwege eenvoudigere leveringsvereisten is gekozen voor de juridische fusie;
  • de fusie moet leiden tot substantiële schaalvoordelen en synergie-effecten.

Rechtbank Noord-Holland

Belanghebbende - een dga - was enig aandeelhouder van BV X en BV Y. Beide vennootschappen hielden zich bezig met de uitvoering van een pensioenregeling voor belanghebbende en zijn nabestaanden. BV X en BV Y waren gezamenlijk eigenaar van een woning (ieder voor 50%). Vanuit oogpunt van administratieve kostenbesparing fuseerde BV Y met BV X. Voor de verkrijging van het 50%-aandeel in de woning deed BV Y een beroep op (fusie)vrijstelling in de overdrachtsbelasting. Voor een beroep op de fusievrijstelling leidt de inspecteur de hiernavolgende voorwaarden uit de wetsgeschiedenis af.

  1. De productiviteit moet worden vergroot en de economische of maatschappelijke performance moet worden verbeterd.
  2. De bij de fusie betrokken rechtspersonen moeten een zekere ‘substance’ hebben.
  3. Er zijn substantiële schaalvoordelen/synergie-effecten.
  4. De nieuwe organisatie is duidelijk meer dan de optelsom van de voor de fusie bestaande onderdelen.

De inspecteur was daarom van mening dat een fusie ingegeven om kosten te besparen een niet (voldoende) zakelijke reden is voor toepassing van de vrijstelling.

Zakelijke redenen

Dat de fuserende vennootschappen zich ‘slechts’ bezighouden met pensioen- en beleggingsactiviteiten en geen materiële onderneming drijven, staat volgens de rechtbank (ecli:nl:rbnho:2019:2281) niet aan de toepassing van de vrijstelling in de weg. Dat moet volgens de rechters worden beoordeeld in het licht van deze activiteiten. Als zakelijke overweging heeft belanghebbende aangedragen dat met de fusie een besparing van kosten is beoogd. Dit wordt veroorzaakt doordat er niet langer twee administraties hoeven te worden gevoerd. De kosten van opstellen van de jaarstukken, de loonadministratie waaronder de loonaangiften, aangiften Vpb en onderlinge doorberekening van aan een van de beide vennootschappen in rekening gebrachte kosten met betrekking tot de woning worden verminderd.

Kostenbesparing Met belanghebbende is de rechtbank van mening dat kostenbesparing voor toepassing van de fusievrijstelling een voldoende zakelijke reden is. Daarbij is het tevens van belang dat met de kostenbesparing ook de activiteiten van de vennootschappen worden gediend. Er blijven meer financiële middelen over ter voldoening aan de pensioenverplichtingen. Dat daarnaast met de kostenbesparing (indirect) het aandeelhoudersbelang wordt gediend, leidt niet tot een ander oordeel. De omvang van het eenmalig behaalde fiscale voordeel ad € 3.000 is in verhouding tot de andere voordelen ook beperkt. Dit alles betekent dat de zakelijke voordelen de hoofdzakelijke overwegingen voor de fusie vormen. Dat er door de fusie - gelet op de aard van de activiteiten - geen noemenswaardige synergievoordelen zijn te behalen doet hier niet aan af. Belanghebbende had, met andere woorden, recht op de fusievrijstelling.

bz-advies

Kostenbesparing kan onder omstandigheden een voldoende zakelijk motief zijn voor een beroep op de fusievrijstelling.

Belang praktijk

Dit is een interessante uitspraak voor dga’s die hun structuur vanuit kostenoogpunt willen opschonen als de vennootschappen geen ondernemingsactiviteiten verrichten. Wij kunnen ons evenwel voorstellen dat de Belastingdienst zich bij het oordeel van de rechtbank niet zal neerleggen. Houd er dus rekening mee dat de Belastingdienst een ‘andere koers blijft varen’.

Met deze uitspraak lijkt een fusie vanuit kostenoogpunt tot de mogelijkheden te behoren!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01