Klopt de (btw-)aftrek voorbelasting nog wel?
Even op een rijtje gezet. Als u btw-belaste prestaties verricht, mag u in beginsel alle betaalde btw op zakelijk aangeschafte goederen en diensten aftrekken. Ondernemers die vrijgestelde prestaties verrichten, mogen dit niet. Zij die zowel belaste als vrijgestelde prestaties verrichten, hebben met beide te maken. Dat komt er globaal op neer dat alleen de btw op het belaste deel van uw prestaties aftrekbaar is. Maar hoe berekent u dit en wat als dit achteraf toch anders blijkt te zijn?
Investeringsgoederen
Op goederen die meer dan één jaar meegaan en duurder zijn dan € 450, moet u afschrijven. Voor deze investeringsgoederen moet u bij aanschaf het btw-belaste gebruik schatten. Alleen dit deel van de btw mag u immers aftrekken. U moet vijf jaar lang op het eind van het jaar controleren of uw schatting klopt op basis van uw omzet. Bij een afwijking moet u de afgetrokken btw herrekenen op basis van de werkelijke omzet. Dit moet alleen als de afwijking in de verhouding belast/vrijgesteld meer dan 10% is. Alleen het eerste jaar moet u ook bij een geringere afwijking herrekenen. De correctie pakt positief voor u uit als u verhoudingsgewijs meer belaste prestaties bent gaan verrichten en negatief als dit minder is geworden.
Onroerend goed
Voor onroerend goed dat u zowel voor belaste als vrijgestelde prestaties gebruikt, geldt hetzelfde. Het verschil is alleen dat u de verhouding nu tien jaar moet volgen in plaats van vijf jaar. Wijkt de verhouding op basis van uw omzet meer af dan 10%, dan moet u corrigeren op basis van uw werkelijke belaste en vrijgestelde omzet.
Voorbeeld.U koopt een zaalcomplex voor € 800.000 excl. btw, de btw bedraagt dus € 168.000. Uw omzet in het jaar van aankoop is voor 75% belast en bestaat voor 25% uit vrijgesteld zaalverhuur. In het zesde jaar wijzigt deze verhouding in 85%/15%. Aftrek btw bij aankoop € 168.000 x 75% = € 126.000. Herrekening jaar 6:
Verschil belast gebruik | 85%Â -/-Â 75%Â = 10% |
Minimaal benodigd verschil | 10% x 75% = 7,5% (dus verplicht corrigeren!) |
Btw jaar 6 | € 168.000 / 10 = € 16.800 |
Extra aftrek | 10% x € 16.800 = € 1.680 |
Niet-investeringsgoederen. Voor goederen en diensten waarop u niet hoeft af te schrijven, trekt u de btw eveneens af op basis van geschat gebruik. Blijkt na afloop van het jaar dat uw schatting niet klopte, dan corrigeert u de aftrek. Er geldt voor deze goederen en diensten geen minimumafwijking van 10%, dus zal een correctie eerder aan de orde zijn. Het blijft wel bij een eenmalige correctie.
Aftrek op basis van werkelijk gebruik
Als bij investeringsgoederen en niet-investeringsgoederen het werkelijke gebruik een betere maatstaf is dan het gebruik op basis van de omzet, moet u uitgaan van het werkelijke gebruik. Dat er sprake is van een betere maatstaf, moet u aannemelijk maken. Als de inspecteur van mening is dat het werkelijke gebruik een betere maatstaf is, dient hij dit op zijn beurt aannemelijk te maken. Houd het werkelijke gebruik daarom bij als u denkt dat dit in uw voordeel uitpakt.
Tip. Meestal regelt uw boekhouder zulke zaken, maar het is wel verstandig die keuze en de berekening c.q. uitkomst met hem te bespreken.