Fiscale vestigingsplaats van de BV
Fiscale vestigingsplaats
De fiscale vestigingsplaats is voor verschillende belastingwetten van belang. Voor al deze wetten geldt op de eerste plaats dat de fiscale vestigingsplaats van een lichaam aan de hand van art. 4 AWR wordt bepaald. Deze bepaling geeft aan dat de fiscale vestigingsplaats naar de omstandigheden wordt beoordeeld . Zowel voor de toepassing van de Nederlandse wetgeving als voor de belastingverdragen gaat het om de plaats van de feitelijke leiding van het lichaam.In beginsel is dit de bestuurszetel. Maar soms is dit niet het geval, zo blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 1992. De Hoge Raad (ecli:nl:hr:1992:zc5105) bevestigde in dit arrest dat de werkelijke leiding van een lichaam berust bij het bestuur en dat de vestigingsplaats overeenkomt met de plaats waar dit bestuur zijn leidinggevende taak uitoefent. Maar, als het aannemelijk is dat de werkelijke leiding van het lichaam door een ander wordt uitgeoefend, dan kan de vestigingsplaats van die ander de vestigingsplaats van het lichaam zijn.
bz-advies
De Belastingdienst zal dus steeds onderzoeken wat de werkelijke leiding in een concreet geval omvat en bij wie deze in handen is.
Werkelijke leiding, wie en wat?
De werkelijke leiding is niet voor elke vennootschap hetzelfde. Het is belangrijk de totale omvang en werkzaamheden van de vennootschap te analyseren. Vervolgens kan men vaststellen wie de hoofdleiding heeft over deze kernactiviteiten. Het is vaak minder relevant om te bezien wie de dagelijkse leiding heeft bij de uitvoering van de werkzaamheden. De feitelijke leiding ligt nu juist bij de partij die verantwoordelijk is voor de kernbeslissingen over bijvoorbeeld investeringen en degene die de eindverantwoordelijkheid draagt. Omdat het belangrijk is alle werkzaamheden van de vennootschaap in kaart te brengen, zal de Belastingdienst bij een dergelijk onderzoek de volledige administratie van het lichaam opvragen.
Diensten van een trustkantoor
Als het gaat om een buitenlandse vennootschap met een gunstig belastingregime, dan heeft dit de aandacht van de Belastingdienst. Zeker als het bestuur van deze vennootschap wordt gevoerd door (medewerkers van) een trustkantoor. De Belastingdienst zal de verhoudingen onderzoeken tussen de Nederlandse investeerder en het lokale trustkantoor.
Trustkantoor
Een Curaçaose NV heeft een lokaal administratiekantoor als bestuurder benoemd. Dit bestuur draagt zorg voor de ondertekening van de stukken en de betaling. De stukken zijn wel steeds voorbereid in Nederland en de betalingen worden slechts verricht na opdracht of goedkeuring vanuit Nederland. Het bestuur mag alle betalingen onder de € 5.000 wel zonder goedkeuring doen. De Belastingdienst zal in deze situatie betwisten dat het bestuur de ‘werkelijke leiding’ heeft. De Belastingdienst zal de overeenkomsten met het bestuur opvragen. Hierbij kijkt de Belastingdienst ook naar de (beperking van) aansprakelijkheid van het bestuur.
Feitelijke leiding en vestigingsplaats
Als er sprake is van een concern, ligt dit iets genuanceerder. Aanvaard is dat de (buitenlandse) concernleiding zich mengt in de gang van zaken van de dochtervennootschap. Dit vloeit voort uit de aandeelhoudersrelatie en de vereiste strategische coördinatie. De centrale vraag is in deze situaties of de dochtervennootschap haar kernactiviteiten, onder leiding van haar eigen statutaire bestuur, uitoefent. Overigens worden in de rulingpraktijk strenge eisen gesteld aan de ‘substance’ van een vennootschap. Hierbij wordt ook gekeken naar plaats van boekhouding, van bankrekeningen, een passend eigen vermogen, e.d.
WOB-verzoek (bz 05.06.02)