VERMOGENSPLANNING - 28.01.2019

Beleggen tegen de klippen op of realistisch doelen stellen?

Financiële planning gaat over het behalen van financiële doelen. Daarvoor staan een aantal middelen ter beschikking, waaronder rendement op vermogen. Echter, met de huidige spaarrente is het soms lastig om een doel te behalen.

Alleen al om koopkracht te behouden is de huidige lage spaarrente onvoldoende, mede door inflatie en belastingheffing. De uitslag van een financiële planning is dan ook al snel dat er meer rendement op vermogen vereist is om een doel te realiseren.

Piet, 55 jaar, wil met 63 jaar stoppen met werken. Hij heeft onvoldoende vermogen om dit te bekostigen. Meer rendement lijkt noodzaak. Om zijn doel te behalen is in de opbouwfase een gemiddeld rendement gewenst van 5% en in de afbouwfase van 2%.

De opbouwfase kent in dit voorbeeld een horizon van acht jaar. Hier past in het algemeen een neutraal beleggingsprofiel bij met een geprognotiseerd rendement ná kosten van 4%. De man heeft echter een risicoacceptatie die hoort bij een defensief profiel. Een goed vermogensbeheerder zal dan adviseren om uit te gaan van het defensief profiel, met een gemiddeld geprognotiseerd rendement van 2% na kosten. Deze man moet op andere punten van zijn planningsvariabelen concessies doen.

Hoe doe je dat, meer rendement?

Meer rendement op vermogen kan bijv. door:

  • regulier beleggen in fondsen of losse aandelen en obligaties;
  • investeren in onroerend goed en dit verhuren;
  • het geld uitlenen aan bijvoorbeeld een startende ondernemer of via een crowdfunding.

Spreiden! Het beste advies is om zo breed mogelijk het risico te spreiden. Bij de meeste vermogensbeheerders is dat geregeld binnen de fondsen met een spreiding in categorie, sector en geografie. Valt het op het ene onderdeel tegen, dan vangt het andere onderdeel deze tegenvaller wellicht op. Veel mensen willen op dit moment investeren in onroerend goed en dit verhuren. Een goede adviseur wijst op de aanzienlijke risico’s die met een dergelijke eenzijdige belegging gepaard gaan. Denk aan onderhoud, leegstand, verkooprisico (dalende markt) en debiteurenrisico. Bij het uitlenen van geld speelt het verkoop- en debiteurenrisico.

Wat is belangrijker, doel of rendement?

Is een doel met een realistisch rendement niet te behalen en wil men het risico niet verhogen? Dan zijn er een aantal planningsmiddelen waarmee een nieuw te formuleren, meer realistisch, doel te behalen is.

FP-advies

Belangrijke planningsmiddellen zijn de inkomensvariabelen en uitgaven. Is het mogelijk om meer te gaan werken waardoor er meer gespaard kan worden? Is men bereid een jaartje of twee langer te werken? Zijn er uitgaven waarop bezuinigd kan worden? Heeft het nut om de hypotheek over te sluiten of af te lossen? Is verhuizen naar een goedkopere woning een optie? Zijn er lijfrenten waarmee een periode overbrugd kan worden, of is het juist slimmer om deze verder uit te stellen?

Piet wil echt niet langer werken, maar hij is wel bereid kleiner te gaan wonen en zijn dure sportauto te verkopen. Hierdoor realiseert hij én extra beschikbaar vermogen én dalen zijn uitgaven. Uit de planning blijkt nu dat hij met 2,5% rente in de opbouwfase en 2% in de afbouwfase zijn doel om met 63 jaar te stoppen met werken wél kan halen. 2,5% is nog steeds iets te hoog ten opzichte van zijn risicoacceptatie. Maar dat verschil accepteert hij. Hij wil na vijf jaar een nieuwe planning laten maken.

Kan een doel met acceptabele rendementen niet gehaald worden, dan is het zaak samen met de klant werkelijk financieel te gaan plannen. Welke middelen kunnen ingezet worden en waar kan met de doelstelling geschoven worden om zo dicht mogelijk het oorspronkelijk doel te benaderen?

Een goed financieel plan vraagt om samenhang van de planningsmiddelen. Rendement op het vermogen is slechts een van de onderdelen. Soms moet men constateren dat een doel niet realistisch is en dit bijstellen. Dan is het zaak om werkelijk financieel te gaan plannen. Wat kan er ingezet worden en waar kan de doelstelling verschoven worden?

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01