Vanggewas na maïs op zand-/ lössgrond
Vanggewas na maïs. Teelt u maïs op zand- en lössgrond? Dan bent u al verplicht om na de teelt van maïs direct aansluitend een vanggewas te telen. Vanaf 2019 heeft u (nagenoeg zeker) met aangescherpte regels te maken.
Snijmaïs voor 1 oktober? Aan welke aangescherpte eisen moet u voldoen? U kunt op drie manieren voldoen aan de verplichting van de teelt van het vanggewas na de teelt van snijmaïs.
- U teelt direct aansluitend en uiterlijk op 1 oktober een aangewezen gewas. Deze gewassen zijn gelijk aan de huidige toegestane gewassen, namelijk: gras, winterrogge, -tarwe, -gerst, bladkool, bladrammenas, triticale en Japanse haver. U mag het vanggewas niet voor 1 februari vernietigen.
- Via onderzaai van gras dat u kort na het zaaien van de maïs ingezaaid heeft. U kunt hierdoor ook na 1 oktober oogsten. U mag ook dit vanggewas niet voor 1 februari vernietigen.
- U zaait uiterlijk 31 oktober een wintergraan (winterrogge, -tarwe, -gerst) en u teelt dit gewas het volgende jaar als hoofdteelt. Kiest u voor deze optie? Dan moet u dit voor 1 oktober bij RVO melden.
Mislukte onderzaai. Als uw teelt van onderzaai onvoldoende slaagt, voldoet u niet aan de voorwaarde dat u op 1 oktober een vanggewas teelt. U zult om te voldoen aan de verplichting een van de overige opties moeten kiezen. Als dit praktisch onmogelijk is, zult u - bij controle - moeten aantonen dat de onderzaai door overmacht onvoldoende is geslaagd. Het is onzeker of (en wanneer) dit bij controle geaccepteerd wordt.
Overige maïs en biologische snijmaïs. Teelt u biologische (snij)maïs of maïs niet zijnde snijmaïs, bijvoorbeeld korrelmaïs of CCM? Bij deze teelten moet u het verplichte vanggewas uiterlijk 31 oktober inzaaien. De toegestane gewassen zijn winterrogge, -tarwe of -gerst. U mag ook deze gewassen niet voor 1 februari vernietigen.