BESLOTEN VENNOOTSCHAP - 13.12.2018

BV-statuten onduidelijk, geldt aanbiedingsverplichting?

Wat als de statuten onduidelijk zijn over wanneer aandelen te koop moeten worden aangeboden? Geldt dan de letterlijke tekst of is ook de bedoeling van partijen (aandeelhouders) van belang? Wat heeft de rechter beslist? Wat te doen?

Wat speelde er?

Aandelen geblokkeerd. Via hun holding-BV’s zijn Piet en Toon ieder voor 50% aandeelhouder van Stoca BV. Dat is de door hen opgerichte werk-BV waarin de onderneming wordt uitgeoefend. Omdat het niet de bedoeling is dat een derde (concurrent!) aandeelhouder kan worden, is bij oprichting in de statuten van Stoca BV een blokkeringsregeling opgenomen.

SER-besluit Fusiegedragsregels 2000. Voor deze blokkeringsregeling wordt (zoals vaak) aansluiting gezocht bij de formulering van het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000. Op basis daarvan moet een aandeelhouder-rechtspersoon (holding-BV) die direct of indirect de zeggenschap heeft in Stoca BV, de door haar gehouden aandelen te koop aanbieden aan de andere aandeelhouder als de aandelen van de betreffende holding-BV in andere handen komen.

Blokkeringsregeling buitenspel?

Toon wil alle aandelen van zijn holding-BV verkopen aan een derde. Voordat het zover is, wil Piet dat de holding-BV van Toon eerst alle door haar gehouden aandelen in Stoca BV te koop aanbiedt aan de holding-BV van Piet. Toon is dat echter niet van plan. Omdat zijn holding-BV niet de meerderheid van de aandelen heeft, heeft hij niet ‘de zeggenschap’ in Stoca BV. De statutaire blokkeringsregeling is volgens Toon niet van toepassing.

Niet de meerderheid. De ‘zeggenschap’ in een BV betekent dat een aandeelhouder ten minste 51% van de aandelen heeft. Deze aandeelhouder heeft dan altijd de meerderheid van stemmen en kan niet door andere aandeelhouders worden gedwarsboomd. Dat geldt dus niet voor de holding-BV van Toon, want die heeft slechts 50% van de aandelen van Stoca BV. Als men kijkt naar de letterlijke tekst van de statuten, zou de aanbiedingsverplichting dus niet gelden.

Wat was de bedoeling? De rechter vindt dat de tekst van de statuten niet goed de bedoeling van beide partijen weergeeft. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang. Uit e-mailberichten blijkt duidelijk dat Piet wilde weten wanneer de aandelen van de holding-BV van Toon zouden worden verkocht. Hij heeft duidelijk aangegeven dat dan eerst de aandelen van Stoca BV te koop moeten worden aangeboden. Toon heeft toen niet meegedeeld het daarmee oneens te zijn.

Gerechtvaardigd vertrouwen. Ook is belangrijk dat een medewerker van het notariskantoor waar Stoca BV is opgericht, ervan uitging dat de aandelen van Stoca BV te koop moeten worden aangeboden als de aandelen van een holding-BV zouden worden verkocht. Zo zou het in de statuten worden vastgelegd. Omdat het hierbij ging om een mededeling van een jurist, mocht Piet erop vertrouwen dat het in de statuten van Stoca BV goed geregeld was.

Tip. Ter voorkoming van onduidelijkheid en gedoe is het raadzaam om in de statuten (via uw notaris) zorgvuldig uitgewerkt vast te leggen wanneer de aanbiedingsverplichting geldt.

Oordeel. De Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2018:4022) beslist dat de holding-BV van Toon haar 50%-aandelenpakket in Stoca BV te koop moet aanbieden aan de holding-BV van Piet. De koopprijs wordt bindend vastgesteld door een deskundige (accountant).

Een aanbiedingsverplichting zorgt ervoor dat vreemde aandeelhouders kunnen worden geweerd. Het is raadzaam om in de statuten (via uw notaris) zorgvuldig uitgewerkt vast te leggen wanneer deze verplichting geldt. Een verwijzing naar algemene regels is daarvoor onvoldoende.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01