Goede herinvesteringsvoornemens?
Herinvesteringsreserve (HIR). Met toepassing van de HIR kunt u, onder voorwaarden, belaste winst op de verkoop van een bedrijfsmiddel uitstellen door deze binnen drie jaar na het jaar van verkoop te herinvesteren in een nieuw bedrijfsmiddel. Als u aan het einde van jaar drie niet geherinvesteerd heeft, moet u alsnog belasting over de verkoopwinst betalen. Betekent dit nu dat u op deze manier altijd drie jaar lang uitstel van de Belastingdienst krijgt?
Voornemen. Het antwoord is nee. U moet aan het eind van elk jaar aannemelijk kunnen maken dat u echt van plan bent om te gaan herinvesteren (herinvesteringsvoornemen). Zonder voornemen geen HIR.
Wat speelde er laatst hierover?
Akkerbouwbedrijf. Ab en zijn echtgenote Bea dreven een akkerbouwbedrijf. In juli 2004 verzocht Ab de inspecteur om een gezamenlijke taxatie van een deel van de akkerbouwgrond in verband met een mogelijke overdracht aan zijn kinderen. Ab en Bea vulden met de inspecteur een ‘Aanvraagformulier taxatie onroerende zaak’ in. In december 2004 verkocht het echtpaar het perceel onder voorbehoud van een pachtrecht aan hun kinderen en deze werd op 11 april 2005 overgedragen. Bij de aanslagregeling inkomstenbelasting 2005 corrigeerde de inspecteur de verkoopprijs.
Beroep. Ab ging in beroep. Gerechtshof Den Haag besliste dat de inspecteur niet was gebonden aan de waarde in het aanvraagformulier, omdat de grond niet binnen de overeengekomen drie maanden was verkocht en het echtpaar een aantal vragen in de overeenkomst onjuist had beantwoord. Vervolgens besliste het hof dat de met de verkoop van het perceel behaalde boekwinst, voor zover deze betrekking had op de correctie, kon worden gedoteerd aan een HIR, omdat er sprake was van een herinvesteringsvoornemen.
Geen herinvesteringsvoornemen. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en verwees de zaak naar Gerechtshof Amsterdam om te onderzoeken of Ab eind 2005 een herinvesteringsvoornemen had. Gerechtshof Amsterdam, 22.11.2017 (GHAMS:2017:4749) besliste dat Ab niet aannemelijk had gemaakt dat hij het voornemen had om een bedrijfsmiddel te verwerven dat economisch dezelfde functie in het bedrijf zou gaan vervullen als de verkochte grond. Ab en Bea hadden in het kader van een bedrijfsopvolging besloten grond onder voorbehoud van pacht aan hun kinderen te verkopen. Dit motief duidde volgens het hof niet op een herinvesteringsvoornemen. Bovendien zouden, door het voortgezette gebruik van de vervreemde gronden door Ab en Bea, eventuele op de balansdatum voorgenomen investeringen uitbreidingsinvesteringen zijn en daarvoor geldt de HIR niet. Ab en Bea hadden dus geen, of niet de goede, voornemens en konden de HIR niet toepassen.
Wat is dus belangrijk in de praktijk?
Goed aannemelijk maken. Het is dus belangrijk dat u uw investeringsplannen reeds in het jaar van de belaste verkoop van uw bedrijfsmiddel(en) aannemelijk maakt. Deze bewijslast rust op u. Gewoon zeggen dat u dit van plan bent, is niet altijd voldoende. Bijv. een zoekopdracht die voor het einde van het boekjaar aan een makelaar verstrekt is (bij onroerende zaken), is geen overbodige luxe in dit verband.