Noodweg alleen voor noodgevallen?
Te smalle doorgang
Buren met ieder een eigen bedrijf. Teun en Geert zijn buren van elkaar en hebben ieder een eigen landbouwbedrijf. Achter het perceel van Teun ligt een perceel landbouwgrond dat eigendom is van Geert. Vanaf de openbare weg is dat perceel alleen te bereiken via een pad met een breedte van ongeveer 2,20 m. Geert vindt dat onvoldoende. Met grote landbouwvoertuigen kan hij niet bij het perceel komen. Dus eist hij dat over het erf van Teun een noodweg wordt aangewezen met een breedte van minimaal 5 m. Dan heeft hij geen probleem om de grond te verbouwen.
Woelratten. Ook wil hij een bredere toegang voor bestrijding van woelratten, die de wortels van de beplanting aanvreten. Om de overlast tegen te gaan wil hij de grond aantrillen met een zware rol of sleep. Die werkzaamheden kunnen alleen worden uitgevoerd met groot en zwaar materiaal.
Exploitatie geen probleem. Teun vindt dat onzin. De grond kan ook worden geëxploiteerd als er gebruik wordt gemaakt van kleinere landbouwvoertuigen. Die kunnen prima over het pad van 2,20 m. De aanwezigheid van woelratten is inderdaad een bekend probleem. Maar noch Teun, noch een van zijn andere buren maken gebruik van zware voertuigen om die overlast te bestrijden.
Oprit. Geert heeft aan de andere kant van zijn bedrijf een oprit aangelegd. Daarvoor heeft hij aanpassingen gedaan door grond op te hogen met een haag als afscheiding. Als hij deze aanpassingen weer ongedaan maakt, kan hij zonder problemen bij zijn perceel komen.
Niet over ‘eigen grond’. De wet zegt dat de eigenaar van een stuk grond dat geen behoorlijke toegang heeft tot de openbare weg, de aanwijzing van een noodweg kan eisen over de grond van zijn buurman. Daarvoor moet het in ieder geval duidelijk zijn dat dit niet mogelijk is over ‘eigen grond’.
Vergunning. Geert stelt dat ook na het verwijderen van de haag en eventuele aanpassing van het niveauverschil zijn oprit nog steeds ongeschikt is voor landbouwwerktuigen. Daarbij zegt hij bij de gemeente navraag te hebben gedaan naar de mogelijkheid om een verbrede toegang te realiseren. Een vergunningaanvraag zou worden geweigerd wegens strijd met het bestemmingsplan.
Wat heeft de rechter beslist?
Simpele aanpassingen. De rechter is er niet van overtuigd dat over de grond van Geert geen behoorlijke toegang tot het ingesloten perceel kan worden gerealiseerd. Hij stelt vast dat er geen sprake is van een problematisch hoogteverschil. Door de grond te egaliseren en de haag te verwijderen is de oprit prima geschikt voor landbouwvoertuigen.
Oordeel. Ook gaat het er bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 03.05.2017 (GHSHE:2017:1895) , niet in dat Geert van de gemeente geen vergunning zou krijgen. Als kan worden aangetoond dat een bredere toegang noodzakelijk is voor de exploitatie van landbouwgrond en voor de bestrijding van woelratten, kan van het bestemmingsplan worden afgeweken. Dat ligt zelfs in lijn met het beleid dat door de gemeente wordt gehanteerd. De rechter wijst dus het verzoek van Geert tot aanwijzing van een noodweg van de hand. Teun kan opgelucht ademhalen. Geert moet € 1.205,- aan proceskosten betalen!