WONINGHUUR - 29.09.2017

Verhuurderheffing ook voor antikraak en tijdelijke huur

Zoals bekend, moeten verhuurders van meer dan 10 huurwoningen verhuurderheffing betalen. De rechter moest zich onlangs buigen over de vraag of de verhuurderheffing ook geldt voor antikraak- en leegstandwetwoningen.

Wat speelde er in deze zaak?

Een vastgoedeigenaar beschikte over 119 panden, waarvan 62 antikraakpanden en 33 woningen die vielen onder de Leegstandwet.

Antikraakwoningen. De vastgoedeigenaar sloot met iedere antikraker een overeenkomst, waarbij er werd afgesproken dat zij het pand tijdelijk mochten gebruiken als huisvesting tegen een vergoeding van € 113,45 per maand.

Leegstandwetwoningen. Bij de 33 leegstandwetwoningen werd met de bewoner een huurovereenkomst afgesloten voor tijdelijke huur in afwachting van sloop. Hierbij gold een huurprijs die onder de huurtoeslaggrens (2017: € 710,68) lag.

Geen verhuurderheffing? De vastgoedeigenaar vond dat zowel de antikraakwoningen als de leegstandwetwoningen niet onder de verhuurderheffing vielen. Enerzijds was er geen sprake van ‘een voor de verhuur bestemde woning’ en anderzijds heeft de wetgever de verhuurderheffing willen uitsluiten voor dergelijke panden.

Wat vindt de rechter?

Voor de verhuur bestemde woning. Volgens het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 30.08.2017 (GHSHE:2017:3402) , valt een pand onder de verhuurderheffing als er sprake is van een voor de verhuur bestemde woning, waarbij de huurprijs onder de huurtoeslaggrens ligt.

Huur of bruikleen? Van belang is hierbij de vaststelling of er sprake is van ‘huur’ dan wel ‘bruikleen’. Bij huur vormt de tegenprestatie de maandelijkse vergoeding. In tegenstelling tot huur is er bij bruikleen geen sprake van een tegenprestatie. Volgens het hof mag er overigens bij bruikleen wel sprake zijn van een kleine, ook wel symbolische, vergoeding. Bij de onderhavige antikraakwoningen is er naar het oordeel van het hof geen sprake van een symbolische vergoeding. Er wordt maandelijks namelijk meer dan € 100,- betaald. Bij de leegstandwetwoningen wordt in de overeenkomst expliciet over huurder, verhuurder en huurprijs gesproken waardoor er per definitie sprake is van huur.

Huur, dus verhuurderheffing. Beide type woningen vallen dus volgens het hof onder de verhuurderheffing. Daarnaast zijn er volgens het hof geen aanwijzingen te vinden in de totstandkoming van de toenmalige Wet verhuurderheffing waarbij de wetgever antikraakwoningen en leegstandwetwoningen heeft willen uitsluiten.

Wat betekent dit in de praktijk?

Meer dan symbolische vergoeding. Bij deze uitspraak is met name het leerstuk van bruikleen en huur van belang. Als er slechts een symbolische vergoeding wordt gevraagd, dan is er geen sprake van huur. Een antikraakwoning valt dan niet onder de verhuurderheffing. Daarnaast kunnen de in een overeenkomst gebruikte begrippen als huurder, verhuurder, huurprijs aanleiding zijn om te constateren dat er sprake is van huur. Let op. Kortom: is er eenmaal een vergoeding afgesproken die ligt onder de huurtoeslaggrens (2017: € 710,68) en wordt een pand ook daadwerkelijk als woning gebruikt, dan valt dit pand al snel onder de verhuurderheffing.

Vanaf 2018. Vanaf 2018 wordt de heffingsvrije voet verhoogd van 10 naar 50 huurwoningen.

Als er een vergoeding is afgesproken die ligt onder de huurtoeslaggrens (2017: € 710,68) en het pand ook daadwerkelijk als woning wordt gebruikt, dan valt dit pand al snel onder de verhuurderheffing. Houd hier bij de jaarlijkse aangifte rekening mee.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01