Perceelsgrens op een kadastrale kaart beslissend?
Globaal aangegeven in notarisakte. Wim heeft 10 jaar geleden een woonboerderij gekocht. In de akte van overdracht wordt niet precies de grootte van het (gedeeltelijk) perceel vermeld. Het gekochte gedeelte is door middel van arcering aangegeven op een situatietekening die slechts een globale aanduiding geeft van de ligging van het gekochte deel van het perceel. “De afbakening op het terrein is bindend met betrekking tot de ligging van de nieuwe grenzen en grootte.”
Geschil over strook grond
Afrastering. Sinds kort ligt Wim overhoop met zijn nieuwe buurman Piet. Er is een geschil over een strook grond van ruim twee meter breed over de gehele lengte tussen hun beide percelen. Op de strook grond staat een bomenrij en een oude schuur. Piet heeft de grond door het Kadaster opnieuw laten opmeten. Daaruit blijkt dat de strook bij zijn perceel hoort en dus zijn eigendom is. Hij heeft een afrastering geplaatst zodat Wim geen toegang meer heeft.
Onrechtmatig. Wim stelt dat Piet onrechtmatig heeft gehandeld door het plaatsen van de afrastering. Dat is een inbreuk op zijn eigendomsrecht. Door de aankoop van de woonboerderij is hij eigenaar geworden van de strook grond. En anders is hij eigenaar geworden door verkrijgende of bevrijdende verjaring.
Verkrijgende verjaring. Om te kunnen stellen dat Wim door verkrijgende verjaring (‘te goeder trouw’) eigenaar is geworden van de grond, moet hij bewijzen dat hij met goede redenen meent eigenaar te zijn van de grond en dat hij deze gedurende een onafgebroken periode van ten minste 10 jaar in bezit heeft. Met ‘bezit’ wordt bedoeld het houden van de grond voor zichzelf en zich als eigenaar gedragen.
Geen zekerheid. Helaas voor Wim slaagt hij niet in dat bewijs. Er bestaat onvoldoende zekerheid over de datum waarop Piet het hek heeft geplaatst. Daardoor kan Wim niet aantonen dat hijzelf de strook grond ten minste tien jaar in bezit heeft.
Bevrijdende verjaring. Anders ligt het met bevrijdende verjaring (‘te kwader trouw’). Daarvoor geldt dat Wim (of de vorige eigenaar) de grond gedurende een onafgebroken periode van ten minste 20 jaar in bezit heeft, ongeacht of hij meent eigenaar te zijn of niet. Met foto’s en schriftelijke verklaringen kan Wim bewijzen dat de vorige eigenaar bijna 30 jaar geleden de bomenrij heeft geplant en de schuur heeft gebouwd.
Anders dan kadastrale grens. Voor de rechter is het duidelijk dat op dat moment de verjaringstermijn is gaan lopen. Hij concludeert dat de feitelijke situatie vanaf die tijd afwijkt van de kadastrale gegevens. Uit de door Piet aangeleverde kadastrale tekening kan niet de feitelijke perceelsgrens worden afgeleid. Bovendien houdt het Kadaster geen rekening met grenzen die door verjaring zijn ontstaan.
Hoe oordeelt de rechter?
Verplicht meewerken. De rechter van de Rechtbank Overijssel, 26.01.2017 (RBOVE:2016:4747) , stelt vast dat Wim door verkrijgende verjaring eigenaar is van de grond. Hij veroordeelt Piet om mee te werken aan vastlegging van de perceelsgrens in een notariële akte en inschrijving daarvan in het Kadaster. Ook moet Piet € 1.120,- aan proceskosten betalen. Had hij beter geen afrastering geplaatst!