Handhaving DBA verder uitgesteld?
Transitieperiode Wet DBA. Zoals u waarschijnlijk weet, heeft de Belastingdienst de handhaving van de Wet DBA (verder) opgeschort tot 1 januari 2018. Het verlengen van deze zogeheten ‘transitieperiode’ heeft mede als doel om onderzoek mogelijk te maken naar de herijking van de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’.
Geen eigen definitie. De begrippen gezagsverhouding en vrije vervanging vervullen een sleutelrol in de problematiek rondom de Wet DBA. De Commissie Boot had de staatssecretaris geadviseerd om aan deze begrippen een eigen fiscale inhoud te geven, maar de staatssecretaris blijft vasthouden aan gelijke begrippen voor het arbeids- en fiscale recht.
Verandering via het arbeidsrecht. De staatssecretaris vindt dat de herijking van de begrippen gezagsverhouding en vrije vervanging moet plaatsvinden vanuit het arbeidsrecht. De staatssecretaris kondigt in ieder geval aan dat opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd moeten krijgen om zich aan te passen. Daarbij komt dat de nieuwe regering nog een aantal knopen zal moeten doorhakken in dit dossier. Een verder uitstel, bijvoorbeeld tot 1 januari 2019, is dus te verwachten.
Opzettelijk misbruik. Het beleid van de Belastingdienst blijft voorlopig gericht op de aanpak van uitsluitend ‘kwaadwillenden’. Opdrachtgevers, die onder de VAR misbruik maakten van de vrijwaring die de VAR bood, worden, als zij hun werkwijze niet hebben aangepast, zo mogelijk alsnog aangepakt. Het blijft dus oppassen met bijvoorbeeld langdurig werken voor één opdrachtgever, als de afspraken met de zzp’er niet wezenlijk verschillen met die van een loondienstrelatie.
Definitie. Volgens de definitie van de Belastingdienst bent u kwaadwillend ‘indien u een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat u weet - of had kunnen weten - dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking’. De Belastingdienst heeft nu 10 kwaadwillenden in het vizier.