BOER EN BEDRIJF - 19.05.2017

Fosfaatreductieplan alleen nog voor melkveehouders

Het fosfaatreductieplan is inmiddels voor de derde keer gewijzigd. Het fosfaatreductieplan geldt vanaf nu alleen nog maar voor melkveehouders. Dit heeft in veel situaties een grote impact. Hoe werkt het? Wat zijn de gevolgen voor u?

Wijzigingen

Het fosfaatreductieplan is met terugwerkende kracht niet meer van toepassing voor niet-melkproducerende bedrijven. Deze bedrijven krijgen ook over april geen heffing opgelegd.

Voor melkproducerende bedrijven zijn er diverse wijzigingen doorgevoerd. Voor de eerste periode (maart/april) blijft de oude regeling van kracht.

Afvoer jongvee

U kunt uw jongvee nog steeds blijven afvoeren naar een ander bedrijf. Om te voorkomen dat u uw dieren echter ‘parkeert’ bij een ander (niet-melkproducerend) bedrijf is het jongveegetal ingesteld, waardoor niet al het jongvee dat wordt afgevoerd nog meetelt voor reductie.

Jongveegetal. Afvoer van jongvee telt vanaf 1 mei alleen mee als u met het jongvee ook melkkoeien afvoert. Om de verhouding hiervan te kunnen bepalen, wordt per bedrijf de verhouding bepaald tussen de melkkoeien en het jongvee. Deze verhouding wordt het jongveegetal genoemd. De peildatum voor het jongveegetal is 28 april 2017. Het jongveegetal berekent u via de volgende formule: het aantal GVE’s jongvee gedeeld door het aantal GVE’s melkkoeien (runderen ten minste eenmaal gekalfd).

Geen reductie. Als door afvoer van jongvee het aandeel jongvee lager wordt dan op de peildatum (jongveegetal), dan wordt de afvoer niet gezien als reductie.

Heffing betalen?

In de berekening voor een eventuele heffing verandert er het een en ander. De heffing wordt nog steeds berekend o.b.v. het gemiddeld aantal GVE’s in een maand. Vanaf de tweede periode moet u echter ook rekening houden met het jongveegetal.

Berekening aantal GVE’s. Voor de berekening van het aantal GVE’s geldt:

  • het daadwerkelijk gehouden aantal GVE’s in de betreffende maand; of
  • het gemiddeld aantal gehouden runderen dat ten minste eenmaal heeft gekalfd plus dit aantal maal het jongveegetal.

Het hoogste aantal GVE’s van deze twee bepaalt of u een heffing krijgt opgelegd en hoeveel.

Niet alle afvoer telt. Alleen afvoer van uw jongvee is dus niet voldoende. Uw afvoer van jongvee (na 28 april 2017) telt pas mee wanneer er ook (naar verhouding) melkkoeien worden afgevoerd. Dit geldt ook voor de afvoer via dood, slacht of export.

Tijdelijke afvoer telt niet

Niet als reductie. Een andere wijziging is dat het tijdelijk afvoeren van melkkoeien niet als reductie telt.

Als een melkkoe binnen vier maanden weer op uw bedrijf wordt aangevoerd, telt dit niet als GVE-reductie. Voor deze dieren kan dan achteraf alsnog een heffing worden opgelegd. Het uitscharen van droge koeien telt dus niet meer als reductie.

Tip. Moet u uw melkveestapel nog reduceren? U kunt dit dan niet meer doen met alleen maar jongvee. Bereken uw jongveegetal en bepaal in welke verhouding u dieren moet afvoeren.

Om te voorkomen dat u jongvee bij een niet-melkproducerend bedrijf gaat opfokken, is er nu het jongveegetal. Tijdelijk onderbrengen van droge koeien kan niet meer. Moet u uw melkveestapel nog reduceren? Dit kan niet meer met alleen jongvee. Bereken uw jongveegetal en bepaal in welke verhouding u dieren moet afvoeren.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01