Mag de fiscus belasting navorderen?
Over navorderen en naheffen. Op hoofdlijnen kennen we in Nederland twee manieren om belasting te heffen; de aanslag- en de aangiftebelastingen. Bij de aanslagbelastingen (inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting) doet u aangifte. De fiscus bekijkt uw aangifte, kan vragen stellen en controleren en legt uiteindelijk een aanslag op.
Nieuw feit?
Is er toch te weinig belasting betaald? Blijkt later dat er toch te weinig is betaald, dan kan er alleen maar worden nagevorderd als er informatie is die de fiscus bij het opleggen van de aanslag niet wist en ook niet kon weten. Die informatie kennen we als het ‘nieuwe feit’. Zonder nieuw feit kan er meestal niet nagevorderd worden. Bij andere belastingen (de omzetbelasting en de loonbelasting) doet u aangifte en betaalt u het aangegeven en dus verschuldigde bedrag direct. De fiscus kijkt er niet (direct) naar en kan altijd – dus ook zonder nieuw feit – naheffen.
Andere gevallen navordering. Navordering is ook zonder nieuw feit mogelijk, bijvoorbeeld als:
- de belastingplichtige de ‘boel bedonderd’ heeft (te kwader trouw is);
- een voorlopige aanslag (of teruggaaf), voorheffing of voorlopige verliesverrekening onjuist verrekend is;
- u redelijkerwijs kon weten dat de fiscus een fout heeft gemaakt (bijvoorbeeld een teruggave van miljoenen). Dat is altijd zo als de aanslag 30% of meer te laag werd vastgesteld. In dat laatste geval geldt er een kortere navorderingstermijn (van twee jaar). Deze regel is in de wet opgenomen na enkele fiscale schandaaltjes als gevolg van fouten van de fiscus.
Navorderingstermijn. De Belastingdienst mag onder voorwaarden navorderen zolang er nog geen vijf jaren (plus de termijn van het verleende uitstel) verstreken zijn na afloop van het belastingjaar. De Belastingdienst kan dus (zonder uitstel) t/m eind december 2021 navorderen over het belastingjaar 2016. Als het gaat om navordering van belasting over inkomsten uit het buitenland geldt zelfs de extra lange termijn van 12 jaar.
Wat moet in uw bezwaarschrift?
Bezwaar. Als de Belastingdienst een navorderingsaanslag oplegt en de belastingplichtige zich niet beroept op het ontbreken van een nieuw feit, is sprake van een geldige aanslag. Gewoon betalen dus. Wilt u dat niet, dan moet u gemotiveerd bezwaar hiertegen maken: voer aan dat er geen nieuw feit is!
Belastingprocedure. Ook in een fiscale beroepsprocedure bij de rechter zal (en mag!) de rechter er niet over beginnen. De belastingplichtige moet zelf duidelijk en uitdrukkelijk een beroep doen op het ontbrekende nieuwe feit. Dat beroep op het ontbrekende nieuwe feit kan plaatsvinden in de bezwaarfase en ook nog in de beroepsfase, zowel voor de rechtbank als voor het Hof (ook als er bij de rechtbank nog niet over gesproken is). Maar u kunt er niet pas voor de eerste keer een beroep op doen bij de Hoge Raad.
Dat kan wel als u er al eerder een beroep op deed, maar dat beroep werd afgewezen. Dan is het dus niet voor de eerste keer! U kunt er evenmin voor het eerst een beroep op doen in de verwijzingsprocedure voor het Hof, dus nadat de zaak eerder bij de Hoge Raad is geweest, volgens Gerechtshof Amsterdam, 10.11.2016 (GHAMS:2016:2769) .