Huwelijkse voorwaarden niet jaarlijks verrekend?
Jaarlijks verrekenen. Huub en Trees zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden. Daarin staat dat iedere gemeenschap van goederen is uitgesloten. Wel is er een zogenoemde ‘periodieke verrekening’ opgenomen. Op basis daarvan zijn de echtgenoten verplicht om het onverteerde deel van hun inkomen jaarlijks met elkaar te verrekenen. Als van het inkomen van Huub een bedrag overblijft van € 80.000,- (wat hij eigenlijk zou kunnen toevoegen aan zijn privévermogen) en van het inkomen van Trees een bedrag van € 40.000,-, dan heeft Trees voor € 20.000,- een vordering op Huub.
Echtscheiding
Nooit hun inkomens verrekend. Na een huwelijk van ruim 20 jaar gaan Huub en Trees uit elkaar. Al die jaren hebben ze nooit hun inkomens verrekend. Omdat er geen sprake is van een gemeenschappelijk vermogen hoeft er niets te worden verdeeld. Het woonhuis staat op naam van Trees en dat blijft ook zo. De overwaarde van de woning bij de echtscheiding bedraagt € 350.000,-.
Meedelen in overwaarde van het huis?
Heeft ex recht op de helft? Huub meent dat hij recht heeft op de helft van de overwaarde, dus op een bedrag van € 175.000,-. Het huis is door Trees gekocht uit het vermogen van haar opgespaarde inkomen.
Omdat haar inkomen nooit is verrekend (waartoe Trees op basis van de huwelijkse voorwaarden wel was verplicht), is de woning indirect medegefinancierd vanuit het inkomen van Huub. Dus is het niet meer dan redelijk dat hij ook deelt in de overwaarde.
Huis uitsluitend privévermogen?
Ex nergens recht op? Trees ziet dat anders. De woning staat alleen op haar naam en behoort uitsluitend tot haar privévermogen. Dat betekent dat de gehele overwaarde ook alleen aan haar ten goede komt. Verrekening daarvan is slechts aan de orde als zij met de te verrekenen inkomsten de hypothecaire geldlening geheel of gedeeltelijk zou hebben afgelost of met dat geld waardevermeerderende investeringen (verbouwingen) zou hebben gefinancierd. Maar dat is niet het geval. Huub heeft dan ook nergens recht op.
Hoe ziet de rechter dit? Helaas voor Trees (en gelukkig voor Huub) ziet de rechter dat anders. Het jaarlijks verrekenbeding is bedoeld om de vermogenstoename van de beide echtgenoten gelijk te trekken. Na verrekening kan iedere echtgenoot zijn of haar aandeel gebruiken voor de vermeerdering van het eigen vermogen. Ingeval daarmee goederen worden aangekocht, is er van verrekening van overwaarde dan geen sprake.
Hoe oordeelt de hoogste rechter?
Meedelen. Wordt er niet jaarlijks verrekend en heeft de echtgenoot die een goed (het huis) verkrijgt, dat goed gefinancierd met het niet-verrekende inkomen? Dan zegt de wet dat de andere echtgenoot meedeelt in de eventuele waardestijging van dat goed. Daarbij is niet van belang van wie het niet-verrekende inkomen is waarmee het goed is aangekocht. Zonder jaarlijkse verrekening heeft ieder van de echtgenoten altijd recht op de helft van de overwaarde. Dus oordeelt de Hoge Raad, 10.07.2015 (HR:2015:1875) , dat Trees € 175.000,- aan Huub betalen. Als ze jaarlijks had verrekend, was ze goedkoper uit geweest!