WERKKOSTENREGELING - 24.10.2016

Onderschat de ‘gebruikelijkheidstoets’ niet

De WKR kent een zogenaamde gebruikelijkheidstoets. Daarmee hoeven zaken niet alleen op persoonsniveau te worden belast, maar als dat gebruikelijk is, kunt u deze in de WKR onderbrengen. Een mond vol. Wat moet u ermee?

Toetsen? Voor wat betreft gerichte vrijstellingen is dit gemakkelijk. Als een vergoeding (geld) of een verstrekking (ding) onder een gerichte vrijstelling valt, dan wordt door de Belastingdienst aangenomen dat dit nooit ongebruikelijk is. Hierover ontstaat dus geen discussie.

In andere gevallen? Als de vergoeding of de verstrekking in de vrije ruimte valt of belast is met 80% eindheffing (door u als werkgever te betalen), ligt het echter lastiger. De Belastingdienst is van mening dat er in dit geval geen sprake is van iets gebruikelijks. Ze denkt dit omdat alle vergoedingen en verstrekkingen aan een werknemer bij elkaar (exclusief de gerichte vrijstellingen) meer bedragen dan € 2.400,-. De fiscus vindt dat bovenmatig eindheffingsloon.

Een dergelijk standpunt is echter niet uit de wet of de toelichting daarop te halen. Voor u als gebruiker is het natuurlijk wel praktisch om te weten wanneer u zeker goed zit. Daar staat tegenover dat dit een erg strakke norm is, die niet altijd redelijk uitpakt.

Een voorbeeld doet wonderen

Met een voorbeeld visualiseren wij voor u de werking. Stel, uw werknemer krijgt in een jaar:

Een fiets van de zaak t.w.v. € 1.000,- (incl. btw)
Een kerstpakket €     50,- (incl. btw)
Een personeelsfeest €   100,- (incl. btw)
Vergoedingen voor parkeren eigen auto (i.v.m. zakelijke reizen) naast de vergoeding van € 0,19 p/km €   300,-
Niet-onderbouwde kostenvergoedingen € 1.200,- (€ 100,- per maand)
In totaal ontvangt deze werknemer dus € 2.650,-

Dan zegt de fiscus dus ...

Bovenmatig! De Belastingdienst zal zich al snel op het standpunt stellen dat er hier sprake is van een bovenmatig eindheffingsloon. De werkgever moet een deel van de vergoedingen en verstrekkingen alsnog in de loonheffing in aanmerking nemen en wordt geconfronteerd met naheffingen, boetes (minimaal 25%) en rente. De vraag is of dit redelijk is.

Eerste rechtspraak. De eerste gevallen zijn inmiddels aan de rechter voorgelegd en de eerste uitspraak is inmiddels gewezen door rechtbank Noord- Holland (echter nog niet gepubliceerd).

De rechter. Uit deze uitspraak blijkt dat de Belastingdienst de bewijslast heeft en daarom moet bewijzen dat een vergoeding of verstrekking ongebruikelijk is.

Hun algemeen verhaal dat het gaat om een aanzienlijk bedrag voor een beperkte groep en dat de meeste werkgevers niet zeuren over € 2.400,-, is onvoldoende! Dus zo gemakkelijk komt de fiscus er niet vanaf. Daar stak de rechter even een stokje voor. Goed voor u om te weten, maar waarom?

Dus? Heeft u een discussie met de Belastingdienst over de gebruikelijkheidstoets, verwijs dan naar deze uitspraak en laat u niet zomaar afschepen met het gebruikelijke bedrag van € 2.400,-.

Let op. Bij publicatie weten we nog niet of de Belastingdienst tegen deze uitspraak in beroep gaat. Met andere woorden: er kan nog een hogere rechter anders oordelen, maar dat kan nog een hele tijd duren. Tot die tijd kunt u gewoon verwijzen naar deze uitspraak. Wij houden u op de hoogte van verdere ontwikkelingen.

Heeft u een discussie met de Belastingdienst over de gebruikelijkheidstoets? Verwijs dan naar deze uitspraak en laat u niet zomaar afschepen met het gebruikelijke bedrag van € 2.400,-. De Belastingdienst moet wel met goede standpunten komen, zo vond de rechter onlangs.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01