Hoe nu alvast ‘FOR’ uitzien?
Fiscale afrekening. Zolang u nog een bedrijf heeft en uw fiscale ondernemingsvermogen niet lager is dan uw FOR, blijft deze reserve in principe intact en hoeft u niet af te rekenen met de fiscus. Indien u dus levenslang ondernemer blijft en uw ondernemingsvermogen op peil blijft, hoeft u bij leven nooit af te rekenen. De belasting over uw FOR komt dan ten laste van uw erfgenamen. Echter, uw FOR dient te worden afgerekend voor het deel dat deze hoger is dan uw fiscale ondernemingsvermogen aan het einde van een jaar, indien:
- u in dat jaar uw bouwonderneming geheel of gedeeltelijk heeft beëindigd;
- u in dat jaar en het voorafgaande jaar niet aan het 1225-urencriterium heeft voldaan;
- u aan het begin van dat jaar uw AOW-leeftijd heeft bereikt.
Een dubbele eis dus: een te laag ondernemingsvermogen plus een van deze drie voorwaarden.
Hoeveel afrekenen met de fiscus?
Belastingtarief. Afrekenen betekent dat (een deel van) uw FOR bij uw fiscale winst wordt opgeteld en belast. Net als bij normale fiscale winst mag u hiervan wel eerst 14% MKB-winstvrijstelling aftrekken. De resterende 86% wordt belast tegen het normale tabeltarief in box 1. Dat is maximaal 52%. Je kunt ook zeggen dat het maximale tarief over de FOR 86% van 52% = 44,72% is. Bij een flinke FOR en een volledige bedrijfsbeëindiging zal dus mogelijk een aanzienlijk deel worden belast tegen bijna 45%. Dit los van heffingskortingeffecten die hier nog bij kunnen komen.
Wat kunt u nu doen?
Stoppen met opbouwen? Als u nog enkele jaren van uw bedrijfsbeëindiging af bent, doe dan geen verdere dotaties aan uw FOR als deze minder belastingbesparing oplevert dan het vermoedelijke tarief bij bedrijfsbeëindiging.
Afbouwen met lijfrentepremies? Bouw de FOR geleidelijk af door uw eventuele lijfrentepremies van uw FOR en niet van uw inkomen af te trekken. Zeker als uw inkomen laag is, kan aftrek van de FOR in de toekomst meer belastingbesparing opleveren.
Bedrijfsvermogen laten dalen? Voldoet u aan een van de drie genoemde voorwaarden, laat dan uw fiscale ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar zo mogelijk steeds geleidelijk dalen, zodat steeds een stukje van uw FOR wordt afgerekend. Dit is zinvol als uw inkomen laag is.
Een stakingslijfrente afsluiten? Sluit in het jaar waarin uw FOR afgerekend moet worden een oudedagsvoorziening af in de vorm van een lijfrentepolis of stort op een lijfrentespaarrekening. De door u betaalde lijfrentepremie c.q. inleg kunt u in beginsel aftrekken, zodat tegenover de FOR een even grote aftrekpost staat. Weliswaar worden de latere lijfrente-uitkeringen bij u belast, maar wellicht tegen een lager tarief en bovendien op een later moment in plaats van meteen.
Van uw bedrijf een BV maken? Zet uw bedrijf ten minste drie jaar voordat u deze staakt om in een BV. U kunt dan als tegenprestatie van uw BV een aftrekbare lijfrente bedingen. U krijgt dan een pensioen van uw BV dat elk jaar weliswaar wordt belast, maar wellicht tegen een lager tarief en geleidelijk aan in plaats van in één keer.