Ouderlijk gezag na scheiding en ondertoezichtstelling?
Rechten van de ouders. Tijdens een huwelijk, maar ook na een echtscheiding, hebben beide ouders gewoonlijk het ouderlijk gezag en blijven beiden verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Bij ernstige (opvoedings)problemen waarbij de ontwikkeling van de kinderen in gevaar komt, kan de kinderrechter een ondertoezichtstelling (ots) uitspreken. Het Bureau Jeugdzorg wijst dan een gezinsvoogd aan, maar de ouders behouden het ouderlijk gezag. De gezinsvoogd krijgt geen gezag over het kind, maar de ouders moeten zijn aanwijzingen opvolgen. De ouders houden de rechten op grond van de WGBO met betrekking tot de behandeling van hun kinderen.
Gezinsvoogd wel informeren
Desgevraagd ... Sinds 2015 heeft de gezinsvoogd wel een recht op informatie gekregen. Daardoor moeten zorgaanbieders (artsen en elke andere hulpverlener met een beroepsgeheim) desgevraagd en zonder dat ze toestemming aan de ouders of andere vertegenwoordigers hoeven te vragen, informatie verstrekken aan de gezinsvoogd (de spreekplicht).
... uit eigen beweging. Als hulpverlener kunt u de gezinsvoogd ook uit eigen beweging informeren.
Noodzakelijk. De informatieverstrekking moet dan noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de ots. Dit is het geval als de informatie kan bijdragen aan het voorkomen van een bedreiging in de ontwikkeling van het kind.
Spreekplicht
Beroepsgeheim doorbroken. Doordat de wet een spreekplicht oplegt aan u als hulpverlener, bent u niet gebonden aan uw beroepsgeheim. U mag zelfs op eigen initiatief contact zoeken met de gezinsvoogd en noodzakelijke informatie aan hem verstrekken, ook zonder toestemming van betrokkenen. Tip. Wees als hulpverlener open over de informatie-uitwisseling. Vertel ouders (en het kind) welke informatie aan de gezinsvoogd is verstrekt.
Ots en uithuisplaatsing
Gezag verandert niet. Een ots wordt voor max. 12 maanden opgelegd, met de mogelijkheid tot een verlenging. Een ots kan ook eerder worden beëindigd. Meestal blijft het kind tijdens de ots thuis wonen, maar de gezinsvoogd kan de kinderrechter ook toestemming vragen om het kind uit huis te plaatsen. Bij acuut gevaar kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter verzoeken om een voorlopige ots met een uithuisplaatsing. Een uithuisplaatsing bij een (voorlopige) ots brengt nog geen verandering in het gezag over het kind. Die blijft in de regel bij de ouders.
Als ouders geen gezag hebben
Andere maatregelen. Behalve een ots kan de kinderrechter nog twee andere kinderbeschermingsmaatregelen opleggen, die wel veranderingen brengen in het gezag van de ouders. Die maatregelen zijn de ontheffing van en de uitzetting uit het ouderlijk gezag.
Ouders raken gezag kwijt. Bij deze twee maatregelen hebben de ouders geen gezag meer. Een aangestelde voogd krijgt het gezag. Een voogd heeft dus meer rechten en plichten dan een gezinsvoogd. Tip. Zorg dat u als hulpverlener weet of u van doen hebt met een voogd of een gezinsvoogd.