Verlies op onzakelijke lening aan zoon niet aftrekbaar
Box 1. Een door ouders aan kinderen verstrekte lening, zal bij de ouders meestal in box 3 zitten. En een verlies in box 3 is nooit aftrekbaar, net zo min als verliezen op een aandelenportefeuille. Maar in bijzondere (ongebruikelijke) gevallen, zit een dergelijke lening en rente in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW). Dan kan een verlies op een lening aftrekbaar zijn, maar dan moet het wel een zakelijke lening zijn.
Wat speelde laatst hierover?
De kwestie. Xander en zijn echtgenote Yvonne verstrekten van 2003 tot 2012 gelden aan de eenmanszaak (een uitgeverij) van hun (thuiswonende) zoon Zero. Zero beschikte zelf over onvoldoende kapitaal om nieuwe titels te produceren en banken wilden zijn onderneming niet financieren. Door de verlieslijdende situatie van de uitgeverij probeerde Zero een financiering voor de onderneming te krijgen. In 2009 ging Zero een samenwerkingsverband aan met BV Anders om het aantrekken van kapitaal te vergemakkelijken.
Voorwaarde. BV Anders en de bank stelden als voorwaarde dat de ouders de rekening-courantverhouding met hun zoon zouden afbouwen via schenkingen, omdat terugbetaling door de zoon voorlopig niet haalbaar was. In maart 2009 legden Xander, Yvonne en Zero contractueel vast dat in december 2008 € 25.859,- en in maart 2009 € 44.141,- aan Zero werd geschonken. Xander en Yvonne claimden in hun aangiften inkomstenbelasting (IB) 2009 een aftrek van € 44.141,- als negatief ROW.
Fiscus en rechtbank. De inspecteur weigerde de aftrek, maar de rechtbank besliste dat de echtelieden in 2009 € 44.141,- konden aftrekken. Op het hoger beroep van de inspecteur vernietigde het Hof de uitspraak van de rechtbank. Voor afwaardering van de lening was volgens het Hof echter geen plaats, omdat er sprake was van een onzakelijke lening. Xander en Yvonne hadden het onzakelijke debiteurenrisico namelijk aanvaard vanwege de familierelatie om het belang van de onderneming van hun zoon te dienen. Het echtpaar ging in cassatie bij de Hoge Raad.
Wat heeft de hoogste rechter beslist?
Onzakelijk. De Hoge Raad, 22.04.2016, (HR:2016:703 en HR:2016:708) , stelt dat op een geldlening die valt onder ROW in box 1 zijn jurisprudentie over onzakelijke leningen van toepassing is.
Het aanvaarden van een onzakelijk debiteurenrisico kan het ROW niet beïnvloeden. Het onzakelijk genomen debiteurenrisico bevindt zich dan zowel bij de crediteur als bij de debiteur in de privésfeer, ook al is er sprake van een lening aan een bedrijf. Als definitief vaststaat dat de debiteur niet meer zal voldoen aan zijn aflossingsverplichting, zoals bij kwijtschelding van de lening, dan komt de daardoor optredende vermogensvermeerdering bij de debiteur op in de privésfeer. Deze is niet aan te merken als een voordeel uit de onderneming.
Conclusie. Dus het verlies is niet aftrekbaar bij de ouders, maar de bevrijding van de schuld is ook geen belaste winst bij de zoon. De Hoge Raad zag geen reden om anders te beslissen voor een in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke lening als bedoeld in de Wet IBÂ 2001. De uitspraak van het Hof was volgens de Hoge Raad juist. Xander en Yvonne konden het verlies op de geldlening niet in mindering brengen op het ROW.