Bedrijfsopvolging, zet het bedrijf goed voort!
Uitstel en/of afstel? De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) maakt het mogelijk om onder fiscaal gunstige voorwaarden de aandelen in een BV of ondernemingsvermogen te schenken of te laten vererven. Tot een bedrag van € 1.060.298,- (2016) geldt een vrijstelling van 100%. Daarboven wordt 83% van de schenking of erfenis, voor zover het ondernemingsvermogen betreft, niet belast.
Omdat het moet gaan om reële bedrijfsopvolgingen en het vaak om veel geld gaat, worden veelal wel de nodige voorwaarden gesteld. De belangrijkste twee zijn de bezitseis en het voortzettingsvereiste. De bezitseis stelt dat de schenker of de erflater de aandelen minimaal vijf jaar in zijn bezit moet hebben voordat deze met toepassing van de BOR kunnen overgaan op een ander.
Voortzetten van een bedrijf
Toch wel even uitkijken. Voortzetten van een bedrijf lijkt een gemakkelijke wetsbepaling, die niet gauw mis te verstaan is. Maar het is toch wel even uitkijken. Wijziging of inkrimping van de activiteiten, het toetreden van nieuwe firmanten, gedeeltelijk voortzetten, verhuren, zijn allemaal zaken waarmee het oppassen geblazen is, zo bleek onlangs bij de rechtbank in Den Haag.
Wat speelde er laatst bij de rechter?
Erfgenamen. Broer X en zus Y waren de enige erfgenamen van de in 2010Â overleden A. Tot zijn overlijden exploiteerde A een tuinbouwbedrijf. Broer en zus zetten het tuinbouwbedrijf van A enkele maanden voort en verhuurden het vervolgens met ingang van 1Â februari 2011Â aan een derde. Zij verzochten in hun aangifte erfbelasting om toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF), maar de inspecteur weigerde dat omdat ze niet voldeden aan het voortzettingsvereiste.
Rechtbank Den Haag. De Rechtbank Den Haag was het daarmee eens. Een verkrijger voldeed onder meer niet aan het voortzettingsvereiste als hij binnen vijf jaar ophield winst te genieten uit de onderneming of een gedeelte daarvan. X en Y behaalden vanaf 1Â februari 2011Â geen opbrengsten meer uit de exploitatie van het tuinbouwbedrijf, maar zij genoten uitsluitend huuropbrengsten. Broer en zus waren met de verhuur opgehouden winst uit de onderneming te genieten als bedoeld in de Successiewet, zodat niet was voldaan aan het voortzettingsvereiste.
Voortzettingsvereiste. Voor het voortzettingsvereiste ging het volgens de Rechtbank Den Haag, 19.05.2016 (RBDHA:2016:4708Â en 4710) , om voortzetting van de oorspronkelijke onderneming en was het niet van belang dat (voor de inkomstenbelasting) winst uit onderneming werd genoten met de verhuur van het tuinbouwbedrijf. De BOR was terecht niet toegepast. De rechtbank verklaarde het beroep van X en Y ongegrond.
Bedrijf voortzetten via verhuur
Wat moet u weten? Eigenlijk lijkt dit een logische beslissing van de rechtbank, want verhuren van een tuinbouwbedrijf is toch niet hetzelfde als het exploiteren van een tuinbouwbedrijf? Toch was er in dit geval wel sprake van voortzetting van het bedrijf voor de inkomstenbelasting. Verhuur van een hele onderneming kan namelijk voor de inkomstenbelasting wel als winst uit onderneming (i.p.v. huur) gelden, maar dus niet voor de erfbelasting. Houd hier dus rekening mee.