DEBITEUREN - 20.06.2016

Ai, saldo uitstaande vorderingen te hoog door oud zeer?

Na de halfjaarcijfers van uw adviseur, vindt u het saldo van de uitstaande vorderingen erg hoog. Er blijkt dat er veel oud zeer tussen zit dat eigenlijk niet meer inbaar is. Hoe kunt u dit nu fiscaal zo voordelig mogelijk afvoeren?

Wanneer debiteuren afwaarderen?

Vermoeden. Als het vermoeden bestaat dat uw klanten (debiteuren) hun schuld niet of slechts gedeeltelijk zullen, kunnen of willen betalen, dan kunt u die vorderingen afwaarderen. Dit kunt u doen door een ‘voorziening dubieuze debiteuren’ op te nemen. Zo kunt u de afwaardering in het desbetreffende boekjaar in aftrek nemen. U verplaatst als het ware het tijdstip waarop u het verlies neemt.

Tip. Het aanleggen van een ‘voorziening dubieuze debiteuren’ is interessant wanneer uw onderneming een hoge winst gaat behalen in het desbetreffende boekjaar en u in de volgende jaren denkt een lagere winst te behalen.

Wat zijn de spelregels? U kunt niet zomaar een bedrag ten laste van de ‘voorziening dubieuze debiteuren’ brengen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • u waardeert naar een redelijk oordeel;
  • u beoordeelt dit per balansdatum;
  • u beoordeelt dit per individuele debiteur (bij een grote omvang mag u ook een ervaringscijfer gebruiken).

Let op. Neem een ‘voorziening dubieuze debiteuren’ op exclusief omzetbelasting. Wanneer de vordering definitief oninbaar wordt, kunt u de omzetbelasting terugvragen bij de Belastingdienst.

Verantwoordingsstukken

Documentatie is de boodschap! U zult moeten aantonen dat uw voorziening op die specifieke debiteur niet uit de lucht gegrepen is, kortweg: hoe beter gedocumenteerd u bent, hoe beter.

Om de aanleg van een voorziening op uw debiteur(en) te verantwoorden zorgt u er dus voor dat u bijvoorbeeld mailverkeer heeft met die debiteur, waarbij u hem alsnog verzoekt om te betalen, aangetekende brieven, aanmaningen van een advocaat, e.d.

Benut ervaringscijfers. Een combinatie van individuele en collectieve procentuele ervaringscijfers van debiteuren is toegestaan. Let op. De hoogte van de debiteurenvoorziening moet berusten op ervaringscijfers met betrekking tot de oninbaarheid van vorderingen. U moet dit kunnen onderbouwen!

Hoe zit het met de btw?

Regeling oninbare vorderingen. De wet kent een speciale regeling die het mogelijk maakt om btw in oninbare vorderingen terug te vragen.

Let op. Doordat er finale kwijting verleend wordt, is er echter niet langer sprake van een (oninbare) vordering. In de praktijk blijkt dat de Belastingdienst soms stelt dat er door de finale kwijting een deal gesloten is, waarbij u geacht wordt het bedrag te hebben ontvangen. Het is dan niet mogelijk om de btw daarvan terug te vragen. Een voorbeeld:

U heeft € 500,- met 21% btw (€ 605,-), gefactureerd. De afnemer betaalt op basis van een akkoord uiteindelijk 25%, oftewel: € 151,25. Reken dan niet op een btw-teruggave van (€ 605,- -/- € 151,25 x 21/121) € 78,75. Bij het geven van finale kwijting dient u er immers rekening mee te houden dat u de afgedragen btw niet meer terug kan vorderen van de Belastingdienst. De debiteur hoeft over het kwijtgescholden gedeelte geen btw terug te betalen.

Tref een ‘voorziening dubieuze debiteuren’. Let er wel op dat u deze voorziening exclusief omzetbelasting opneemt. Wanneer de vordering definitief oninbaar wordt, kunt u de omzetbelasting terugvragen bij de Belastingdienst. Zorg wel voor goede onderbouwing met stukken.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01