Altijd tijdig belastingaangifte doen
Jan maakte ter behoud van rechten (formeel) bezwaar tegen de ambthalve aanslag die hij opgelegd kreeg, maar daarna bleef het stil. Hij onderbouwde (‘motiveerde’) zijn bezwaar niet nader en hij kwam ook niet opdagen op een hoorgesprek bij de fiscus. Het bezwaar werd dus afgewezen, waarna Jan beroep bij de rechter instelde. Pas in de beroepsfase werd er aangifte gedaan: het betrof een overigens een nihilaangifte.
Wat vond de rechter?
Veel ellende. De rechtbank liet de opgelegde aanslag staan, maar halveerde de oorspronkelijke boete van € 984,-. Dat was voor Jan niet genoeg, en hij stelde hoger beroep in. Tijdens de zitting kwam er veel ellende naar boven: de woning van Jan stond onder water, en hij moest een stevig bedrag aan hypotheekrente betalen. In januari 2009 was zijn woning uitgebrand, in 2010 was hij werkloos. In 2011 kluste hij een bedrag van € 9.200,- bij elkaar, in 2013 was zijn winst uit onderneming € 21.000,-. In 2012 was hij door traumatiserende ervaringen bij de brand niet tot werken in staat geweest.
Redelijke schatting door de fiscus? Omdat de aangifte veel te laat was gedaan, gingen de rechtbank en het Hof uit van omkering en verzwaring van de bewijslast en van een redelijke schatting van het te belasten inkomen. Anders dan de rechtbank vond het Gerechtshof Den Haag, 02.03.2016 (GHDHA:2016:450) , de schatting van de fiscus niet redelijk. De fiscus was slechts uitgegaan van algemene cijfers en gegevens. Wat verdiende iemand in de leeftijd van Jan (25-45 jaar) gemiddeld en wat kon zo iemand gemiddeld lenen (niet meer dan € 200.000,-)? Meer specifieke gegevens ter onderbouwing van zijn schatting had de fiscus niet aangevoerd. Daarmee maakte het Hof die schatting zelf en kwam daarbij voor 2012 uit op een inkomen van slechts € 6.000,-. Hierbij werd er rekening gehouden met de in 2012 betaalde hypotheekrente en het in de omringende jaren (2009 tot en met 2011 en 2013) behaalde inkomen.
Bewijs. Er werd geen rekening gehouden met de traumatiserende ervaringen bij de brand. Daarvoor had Jan toch bewijs (bijv. een verklaring van een arts of hulpverleners) moeten overleggen. Dat Jan financieel zwaar in de ellende zat, speelde geen verdere rol, omdat - vond de rechter - ‘het bestaan van (grote) betalingsachterstanden niet aan het verwerven van inkomen in de weg hoeft te staan’.
Wel was deze ellende al verdisconteerd in de eerdere halvering van de boete. De aanslag werd per saldo gebaseerd op een geschat inkomen van € 6.000,- (i.p.v. € 15.000,-), en de rente werd dienovereenkomstig verminderd. De eerder al gehalveerde boete werd niet verder verminderd.
Hoe gedoe voorkomen?
Tijdig aangifte. Zorg dat u altijd tijdig aangifte doet. Blijft u in gebreke met het indienen van een aangifte, dan loopt u het risico op een ambtshalve aanslag, en dat is erg kostbaar. Plus dat u de zware bewijslast krijgt dat die aanslag niet klopt! Daarnaast krijgt u een stevige verzuimboete.
Vraag zo nodig op tijd uitstel óf dien als het niet anders kan een aangifte in op basis van schattingen die u later aanvult. Werk zo nodig met pro-memorieposten die voorlopig nog blanco (oningevuld) blijven, maar die zodra de gegevens wel bekend zijn, aangevuld worden. Dat kan via een aanvulling op de eerder ingediende (PM-)aangifte.