Dwaling leidt niet altijd tot vernietiging overeenkomst
Gebonden aan overeenkomst
Bindend. Als twee partijen een overeenkomst sluiten, zijn beide partijen aan deze overeenkomst gebonden. Onder juristen heet dit: ‘overeenkomsten strekken partijen tot wet’. Dit betekent dat wat partijen samen afspreken, in principe tussen hen net zo zwaar weegt als een wettelijke regeling.
Wilsovereenstemming. De basis voor gebondenheid aan een overeenkomst is de wil van partijen. Jan biedt een boek aan en Piet wil dit boek graag kopen. Zij zijn het eens over de prijs en eventuele andere voorwaarden. Er is dan wilsovereenstemming en de koopovereenkomst komt tot stand.
Maar niet in alle gevallen ...
Wil stemt niet overeen. Wilsovereenstemming is dus de basis voor gebondenheid aan een overeenkomst. Maar als er sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken, kan er sprake zijn van een ‘wilsgebrek’. Eenvoudig gezegd willen partijen dan niet hetzelfde, waardoor er iets schort aan de overeenkomst.
Dwaling. Een van die wilsgebreken is ‘dwaling’. Van dwaling is sprake als een overeenkomst wordt gesloten onder een verkeerde voorstelling van zaken. Bij dwaling kan het zijn dat beide partijen uitgaan van dezelfde onjuiste voorstelling van zaken, men spreekt dan wel van ‘wederzijdse dwaling’. Het kan ook zijn dat een van beide deze onjuiste voorstelling van zaken heeft. Dit noemt men wel ‘eenzijdige dwaling’.
Dwaling of bedrog. Zeker als de andere partij beseft dat zijn wederpartij in dwaling is, is het verschil tussen dwaling en bedrog soms erg klein.
Piet denkt dat het boek een zeldzame eerste druk is. De prijs is daar ook naar. Hier is sprake van dwaling. Als Jan wéét dat Piet denkt dat het om een eerste druk gaat, kan er zelfs sprake zijn van bedrog.
Vernietiging overeenkomst
De partij die slachtoffer is van de dwaling en van de overeenkomst af wil, kan bij de rechter verzoeken om vernietiging van de overeenkomst. Het ‘gebrek’ moet dan voldoende ernstig zijn om de ontbinding te rechtvaardigen én het beroep op ontbinding moet redelijk zijn. Bij een klein gebrek is het niet redelijk om vernietiging van de overeenkomst te eisen. Dit geldt ook als er geen schade is.
Gaat het om meer dan een kleinigheidje en is er sprake van schade, dan kan de rechter de overeenkomst vernietigen (1) óf de overeenkomst gedeeltelijk wijzigen (2) om het nadeel op te heffen. Tip. Heeft u (of uw wederpartij) gedwaald? Doe dan een voorstel om het nadeel op te heffen. Denk aan de verlaging van de prijs.
Maar niet altijd ...
Niet iedere dwaling leidt tot vernietiging van de overeenkomst. Bent u zelf het slachtoffer van dwaling en wilt u dat de rechter de overeenkomst vernietigt? Wat moet u dan aantonen?
- Dat het ‘gebrek’ ernstig genoeg is om vernietiging van de overeenkomst te rechtvaardigen.
- Dat u schade lijdt door de dwaling en, zo mogelijk, hoe groot deze schade is.
- Dat u bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst in het geheel niet zou hebben gesloten. Piet heeft het boek namelijk al, maar hij wilde juist die eerste druk hebben.