BOER EN BEDRIJF - 30.03.2015

Omgaan met de aanduiding ‘B’ in de GO 2015!

Betekenis letter ‘B’. In de Gecombineerde Opgave 2015 staat bij de meeste percelen de letter ‘B’ aangegeven. Heeft een perceel deze aanduiding, dan veronderstelt RVO dat de grond subsidiabel is. Dit betekent dat er in 2015 betalingsrechten op ontstaan. Vandaar de ‘B’ van ‘betalingsrechten’!

Wel betalingsrechten, geen uitbetaling. Het is van belang dat u bij de percelen met een ‘B’ een vinkje zet bij ‘betalingsrechten’. Doet u dit niet, dan worden er op deze gronden wel betalingsrechten toegekend, echter deze worden dan niet uitbetaald.

Feitelijke situatie leidend

Het kan natuurlijk zo zijn dat dit niet juist is. RVO weet immers niet van alle gronden exact het gebruik en de functie. Aan de aanduiding ‘B’ kunnen daarom geen rechten worden ontleend. Bij controle is de feitelijke situatie leidend.

Subsidiabele grond

In 2015 kunnen op alle landbouwgronden, ongeacht het gewas, betalingsrechten worden aangevraagd.

Meestal ook natuurterrein. Ook op de meeste natuurterreinen waarop landbouwactiviteiten plaatsvinden, kunnen betalingsrechten worden aangevraagd. Dit is afhankelijk van het beheertype van het betreffende perceel.

Maximaal 90 dagen. Subsidiabele gronden moeten het grootste deel van het jaar voor landbouwactiviteiten worden gebruikt. Het is echter wel toegestaan om de grond maximaal 90 dagen per  jaar te gebruiken voor niet-landbouwactiviteiten, zoals bijv. de aanleg van leidingen of het houden van een evenement.

Uitgesloten gronden

Er zijn specifieke gronden uitgesloten. U krijgt daarop geen betalingsrechten. Vanaf 2015 zijn de volgende gronden uitgesloten:

• moes- en siertuinen;
• bermen tot een breedte van 3 meter van de weg;
• bredere bermen voor zover de verkeersbestemming de landbouw hindert;
• speelweides;
• stroken grasland langs verharde landingsbanen voor vliegverkeer;
• onverharde landingsbanen voor luchtsport en luchtvaart;
• stroken langs gebouwen of kassen, smaller dan   één meter;
• schouwpaden;
• geluidswallen;
• springweides;
• kinderboerderijen;
• gronden met een permanente kas;
• percelen met pot- en containerteelt;
• percelen met meer dan 50 bomen per ha (niet-fruitteelt of -boomkwekerij).

Wat is nu raadzaam?

• Beoordeel aan de hand van de feitelijke situatie of een perceel subsidiabel is.
• Vraag op niet-subsidiabele percelen (geen ‘B’ in de GO) geen betalingsrechten aan.
• Vraag op subsidiabele percelen (wel een ‘B’ in de GO) altijd betalingsrechten aan.
• Is de registratie bij RVO onjuist? En kunt u deze fout aannemelijk maken? Is het daarbij ook de moeite waard? Dan kunt u een andere keuze maken. U moet dan wellicht in bezwaar gaan en dan uw argumenten/bewijzen overleggen.