Aansprakelijkheid duidelijk van de hand wijzen!
Koop/aaannemingsovereenkomst. Collega-aannemer Jan heeft een koop/aannemingsovereenkomst gesloten voor de bouw van een mooi vrijstaand woonhuis voor Kees. De aanneemsom bedraagt € 529.000,-. Zonder problemen wordt de bouw binnen de gestelde termijn opgeleverd.
Klagende opdrachtgever
Blaasvorming. Later klaagt de opdrachtgever (Kees) dat er sprake is van blaasvorming aan de onderzijde van de garagedeuren. Hij stelt dat het schilderwerk blijkbaar te wensen overlaat en eist van de aannemer dat hij herstelwerk uitvoert. Aannemer Jan wijst iedere aansprakelijkheid van de hand. Daarop laat opdrachtgever Kees het schilderwerk door een derde uitvoeren.
Aannemer vindt klacht te laat. Aannemer Jan hoort er niets meer van totdat hij drie jaar later een e-mailbericht ontvangt van Kees. Daarin klaagt hij dat hij van aannemer Jan niets meer heeft vernomen. Intussen is de blaasvorming alleen maar toegenomen. Weer wijst Jan iedere aansprakelijkheid van de hand. Ook stelt hij dat de vordering van Kees ruimschoots is verjaard.
Klant vindt het geen goed vakwerk. Aan de rechter kan de opdrachtgever foto’s van de garagedeuren overleggen waaruit blijkt dat er sprake is van zwelling. Volgens een deskundige die door de opdrachtgever is ingeschakeld is de zwelling het gevolg van intrekkend vocht als gevolg van het niet voldoende aanbrengen van de verflaagdikte. Dus is volgens de opdrachtgever duidelijk dat de aannemer geen deugdelijk werk heeft afgeleverd en stelt hij hem voor een bedrag van € 4.638,- aansprakelijk voor de schade.
Wat heeft de bouwrechter beslist?
Wettelijke termijn. Ook de bouwrechter, Raad van Arbitrage, 21.10.2014 (nr. 80774) vindt dat de vordering van de opdrachtgever is verjaard. Want de wet zegt dat daarvoor een termijn geldt van twee jaar nadat de opdrachtgever voor de eerste keer over het gebrek heeft geklaagd. De opdrachtgever kan die verjaring stuiten door de aannemer een termijn te stellen waarbinnen hij het gebrek dient te verhelpen. Anders moet hij op dat moment naar de rechter stappen om de zaak aanhangig te maken. Dat heeft hij niet gedaan. In plaats daarvan heeft hij het gebrek door een ander laten herstellen. Als hij drie jaar later weer terugkomt met dezelfde klacht, is hij dus te laat.
Niets ondernomen. De opdrachtgever stelt nog dat het aan de aannemer is te wijten dat het allemaal zo lang heeft geduurd, want hij heeft nooit de moeite genomen om te komen kijken. Daar gaat de rechter niet in mee, want de aannemer is steeds duidelijk geweest met het afwijzen van zijn aansprakelijkheid. Toen was het aan de opdrachtgever om verdere stappen te ondernemen.
Hoe oordeelt de rechter? Ook het argument van de opdrachtgever dat de gebreken tijdelijk minder zichtbaar waren door het onderhoud van het schilderwerk door een derde, maakt op de rechter geen indruk. Want nadat de opdrachtgever voor de eerste keer heeft geklaagd, betreft de herhaling van zijn klacht drie jaar later hetzelfde gebrek. De rechter oordeelt dus dat de aannemer wegens verjaring niet aansprakelijk is voor de schade. De opdrachtgever mag € 3.598,- proceskosten betalen. Daarvan had hij mooi zijn garagedeuren kunnen laten schilderen!