RECHT - 26.11.2014

Samenwoners uit elkaar, wat nu met opbrengst huis?

Als samenwoners uit elkaar gaan en het woonhuis wordt verkocht, wie heeft dan voor welk gedeelte recht op de koopprijs? Wat als een van de partners ‘eigen geld’ heeft ingebracht? Wat heeft de rechter beslist? Wat is goed om te weten?

Samen een huis kopen. Jan woont al 15 jaar samen met zijn vriendin Annie in een huis dat eigendom is van Jan. Daarvoor hebben ze niets op papier gezet. Dan verkoopt Jan zijn huis en kopen ze samen een ander huis. Ieder zijn ze voor de helft eigenaar. Voor de financiering hebben ze een hypothecaire lening afgesloten bij de bank. Daarnaast heeft Jan € 78.000,- ingebracht. Dat is de opbrengst van zijn eerder verkochte huis.

Uit elkaar, huis verkocht

Ruim 10 jaar later gaan Jan en Annie uit elkaar. Het gemeenschappelijke huis wordt voor € 560.000,- verkocht. De hypotheekschuld aan de bank is € 320.000,-. Die wordt uit de opbrengst van het huis voldaan. Dan resteert er nog € 240.000,-. Volgens Annie heeft ze recht op de helft van dat bedrag dus op € 120.000,-.

Eigen gelderin gestopt. Jan is het daar niet mee eens. Hij heeft € 78.000,- ‘eigen geld’ in het huis gestopt. Dus voordat het restant van de koopprijs (na aftrek van de hypotheekschuld) tussen hen beiden wordt verdeeld, moet eerst het bedrag van € 78.000,- naar zijn privérekening worden overgemaakt. Dan resteert er nog een bedrag van € 162.000,-. En van dat bedrag krijgt Annie de helft. Dus € 81.000,- (in plaats van € 120.000,-)!

Gemeenschappelijk bezit

Bij de rechter verklaart Annie dat het geld dat Jan heeft ingebracht, gemeenschappelijk vermogen is van hen beiden. Volgens haar komt dat omdat ze al 15 jaar een affectieve relatie hadden en samenwoonden voordat Jan zijn huis heeft verkocht. Bovendien hebben ze samen een kind gekregen. Jan is weliswaar jarenlang kostwinner geweest. Maar dat kon alleen maar omdat Annie het huishouden regelde en het grootste gedeelte van de verzorging en opvoeding van hun kind voor haar rekening nam. Ze heeft nog poetswerk verricht om hun inkomen aan te vullen. Daarvan heeft ze zelfs gedeeltelijk meebetaald aan de hypothecaire lasten van het huis van Jan.

Niets geregeld! Allemaal omstandigheden dus volgens Annie om uit te concluderen dat het bedrag van € 78.000,- tot hun gemeenschappelijk vermogen behoort en tussen hen beiden moet worden verdeeld. Als Jan zo nodig aanspraak wil maken op dat geld, had hij in het verleden maar iets op papier moeten zetten. Dat is echter nooit gebeurd.

Hoe oordeelt de rechter?

Hoe beslist de rechter hierover? De omstandigheden die zij aanvoert zijn voor hem onvoldoende om uit te concluderen dat er sprake is van een gemeenschappelijk vermogen. En het argument dat Jan de klos is omdat er niets op papier staat, gaat niet op. Het ligt juist andersom! Als Annie vindt dat het bedrag van € 78.000,- tot hun gemeenschappelijk vermogen behoort, had ze dat in een samenlevingsovereenkomst of in een ‘eigen-geld-contract’ kunnen regelen. Daarin had dan precies kunnen worden vastgelegd hoe de ‘meeropbrengst’ van de gemeenschappelijke woning, na aflossing van de hypothecaire schuld, zou worden verdeeld. Daarom oordeelt de rechter, Hof ’s-Hertogenbosch 28.10.2014, (GHSHE:2014:4464) , dat het nominale bedrag van € 78.000,- eerst aan Jan moet worden uitbetaald. Het restant van de koopprijs wordt dan verdeeld. Annie heeft dus recht op € 81.000,- en geen cent meer!

Een samenwoner die een som eigen geld in het woonhuis heeft gestoken, heeft bij verkoop of bij verbreken van de samenwoning recht op uitkering van die geldsom. U voorkomt gedoe door de gemaakte afspraken in een samenlevingscontract via de notaris van uw keuze juridisch goed vast te leggen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01