Wat met de aansprakelijkheid bij een coöperatie?
Rechtspersoon. Een coöperatie heeft net zoals elke andere rechtspersoon (BV, NV, stichting of vereniging) haar eigen rechten en verplichtingen en is zelf aansprakelijk voor de voldoening van haar schulden. Maar in sommige gevallen kunnen ook de leden of de bestuurders daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
Aansprakelijkheid leden
Drie mogelijkheden. Als uitgangspunt geldt dat de leden van een coöperatie aansprakelijk zijn om bij te dragen in het tekort van de coöperatie, als de coöperatie zelf niet in staat is om haar schulden te voldoen. Maar dat is uitzonderlijk, want in de meeste gevallen wordt de aansprakelijkheid voor de leden beperkt of zelfs geheel uitgesloten. Wat de aansprakelijkheid voor de leden betreft zijn er dus drie mogelijkheden:
1. Een coöperatie WA (wettelijke aansprakelijkheid): de leden zijn voor het totale tekort van de coöperatie aansprakelijk.
2. Een coöperatie BA (beperkte aansprakelijkheid): de leden zijn tot een beperkt, van tevoren vastgesteld bedrag aansprakelijk.
3. Een coöperatie UA (uitgesloten aansprakelijkheid): de aansprakelijkheid voor de leden is geheel uitgesloten.
Statuten. Of en in welke mate de leden aansprakelijk zijn voor het tekort, moet uitdrukkelijk in de statuten van de coöperatie zijn vermeld. Ook moet er achter de naam van de coöperatie altijd de letters WA, BA of UA worden vermeld. Zo weet iedere contractspartij met wat voor soort coöperatie hij te maken heeft en of hij voor een eventueel tekort kan aankloppen bij de leden.
Aansprakelijkheid voor bestuurders
In drie gevallen aansprakelijkeid. De aansprakelijkheid voor de bestuurders staat los van de regeling in de statuten wat betreft de aansprakelijkheid voor de leden.
Voor bestuurders geldt als uitgangspunt dat ze niet aansprakelijk zijn voor de schulden van de coöperatie. Maar in de volgende drie gevallen kunnen bestuurders toch aansprakelijk worden gesteld:
1. Als een derde (contractspartij) schade leidt doordat de coöperatie zijn verplichtingen niet kan nakomen en de bestuurder bij het aangaan van de overeenkomst dat al wist of behoorde te weten; er is dan sprake van een onrechtmatige daad, maar dan gaat dus al in de richting van oplichting of andere malafide praktijken.
2. De coöperatie kan niet voldoen aan haar verplichte premie- of belastingverplichtingen en deze betalingsonmacht is niet tijdig gemeld; de bestuurders zijn dan tegenover de betreffende instanties voor de gehele schuld aansprakelijk.
3. De coöperatie gaat failliet waarbij er sprake is van onbehoorlijk bestuur en de curator kan bewijzen dat dit onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement; als uitgangspunt geldt dan dat alle bestuurders voor het tekort in privé aansprakelijk zijn, maar een individuele bestuurder kan zijn aansprakelijkheid afwenden als hij kan aantonen dat hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en dat hij alles heeft gedaan om de nadelige gevolgen zo veel mogelijk te beperken.