Door uw naamplaatje ken ik u tenminste, dokter
Anoniem. Veel praktijkhouders vinden het wel begrijpelijk dat bijv. hun praktijkondersteuner liever geen naamplaatje op zijn/haar werkkleding draagt. Redenen daarvoor kunnen zijn: liever niet direct aangesproken te worden bij discussies of angst voor represailles.
Wie heeft u dát nu verteld?
Traceerbaar. Ook al kunt u dit als professional wel invoelen, juist is het niet. De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) schrijft voor dat altijd traceerbaar moet zijn wie de betreffende patiënt of de familie heeft aangesproken of geadviseerd of wie er gegevens heeft vastgelegd.
Wat moet u dus doen?
- Een naamplaatje met vermelding van alleen de voornaam met de functie of het afgeven van een visitekaartje met de naam van de zorgverlener voldoet.
- Op zo’n visitekaartje kan ook staan hoe de zorgverlener kan worden benaderd in geval van problemen of klachten van de patiënt.
Wie bént u? Niet alleen artsen kennen soms elkaars naam niet, ook patiënten weten dikwijls niet hoe hun dokter heet. Het komt zelfs regelmatig voor dat een patiënt in de spreekkamer niet kan vertellen bij welke specialist hij is geweest.
Belang. De naam van de zorgverlener is ook van belang voor collega’s die evt. nader overleg willen hebben over het te voeren beleid. En uiteraard ook voor de patiënt die misschien meer wil weten of wil ingaan op de aantekeningen in het dossier.
Driekwart vindt het belangrijk
Nieuw onderzoek. Uit recent Amerikaans onderzoek blijkt dat 75% van de ondervraagde patiënten en familieleden een goed leesbaar naamplaatje belangrijk vindt.
Wie schreef wát in het dossier
Uw naam of nummer ... In het patiëntendossier moet ook duidelijk zijn welke zorgverlener de dossieraantekeningen heeft gemaakt. Dat kan via naamsvermelding, het noemen van de voornaam of de initialen. Zolang binnen de praktijk maar duidelijk is om wie het gaat.
Altijd traceerbaar
Wie was het? Wil de patiënt vervolgens weten om welke zorgverlener of medewerker het gaat, bijvoorbeeld voor aanvullende vragen of het indienen van een klacht, dan is de praktijk of het ziekenhuis verplicht de naam te achterhalen en te noemen. Anders is de patiënt of diens familie niet in staat een zorgverlener aan te spreken.
Elektronica. Nagaan om wie het gaat, zal (in de toekomst) niet moeilijk zijn als de patiënt zijn elektronisch vastgelegde dossiergegevens of de logging-gegevens (naam van zorgverleners die de gegevens van de patiënt hebben geraadpleegd) via het Landelijk Schakelpunt krijgt. Het is goed mogelijk dat transparantie problemen achteraf kan voorkomen. Immers, als de behandelaar bekend is bij de patiënt, geeft dat ook vertrouwen. Zeker door het grote aantal zorgverleners dat in deze tijd betrokken kan zijn bij behandeling van een patiënt, is het belangrijk dat duidelijk is ‘wie wie is’.