Wordt de bestemmingsplanprocedure korter?
Drie fases. De procedure van totstandkoming van een bestemmingsplan bestaat grofweg uit drie fases: voorontwerp bestemmingsplan met inspraakprocedure, ontwerp bestemmingsplan met zienswijzenprocedure en vastgesteld bestemmingsplan en beroepsfase.
Voorontwerp en inspraak
Vooroverleg. Het voorontwerp bestemmingsplan is er om vooroverleg met andere overheden te voeren en om bedrijven en burgers te laten reageren. Vroeger waren er wettelijke regels over deze fase. Nu niet meer. Veel gemeenten hebben in de inspraakverordening echter regels die lijken op de wettelijke regels uit het verleden.
Inspraakprocedure. Het voorontwerp wordt meestal vier of zes weken ter inzage gelegd en iedereen kan een inspraakreactie indienen. Vaak wordt er bij grotere bestemmingsplannen ook een inspraak- of inloopavond georganiseerd. Na afloop van de inspraakperiode stelt de gemeente een inspraakverslag op en wordt het voorontwerp omgevormd naar een ontwerp bestemmingsplan.
Ontwerp en zienswijzen
Zienswijze indienen. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat regels voor een ontwerp bestemmingsplan. Het college van B&W besluit over een ontwerp bestemmingsplan. Daarna moet een ontwerp zes weken ter inzage gelegd worden. Tijdens die termijn kan ‘een ieder’ (iedereen) een zienswijze indienen.
Na de inzagetermijn wordt een zienswijzenverslag opgesteld en wordt het ontwerp omgevormd naar een vastgesteld bestemmingsplan.
Vastgesteld plan en beroep
De gemeenteraad moet het bestemmingsplan uiteindelijk vaststellen. Dit gebeurt binnen 12 weken na de inzagetermijn van het ontwerp.
Beroepsfase. Na vaststelling vindt publicatie plaats waarna de beroepstermijn begint. Tijdens die termijn van zes weken kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Raad van State
Geen inspraakprocedure. In een recente uitspraak (LJN: BY0364) ging het om een bestemmingsplan waarbij de inspraakprocedure helemaal was overgeslagen. Dit was volgens de indieners van het beroep in strijd met de gemeentelijke inspraakverordening. De rechter zei het volgende: “Het bieden van inspraak maakt geen deel uit van de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geregelde bestemmingsplanprocedure. Het schenden van een inspraakverplichting, wat daar ook van zij, heeft daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van de bestemmingsplanprocedure en het bestemmingsplan.”
Met andere woorden: juridisch heeft een voorontwerp bestemmingsplan en de inspraakprocedure geen status meer.
Tip. Als u weet heeft van een nieuw bestemmingsplan, is het goed om toch in elke fase te reageren. In de voorontwerpfase kan een plan namelijk gemakkelijker worden ‘bijgestuurd’ dan in een latere fase. Het is dus verstandig om de gemeente zo vroeg mogelijk op uw belangen te wijzen.
Daarnaast is het ook in het kader van een latere planschadeclaim raadzaam om zo vroeg mogelijk te reageren.