Samenwerkingsverband leidde tot btw-aftrek
Kosten voor afbouw en inrichting
Vof De Apotheek ... Vennoten van een Vof exploiteren een apotheek. Zij hebben een vereniging opgericht met vijf huisartsen. Het doel van deze samenwerking is het tot stand brengen van een goede en geïntegreerde zorgverlening. De vennoten van de Vof en de huisartsen huren in één pand samen 550m². De kosten voor de afbouw en inrichting van het pand ten behoeve van de uitoefening van de apotheek en de huisartsenpraktijken bedragen circa € 1.800.000,- inclusief btw. De vennoten hebben dit bedrag betaald en in de drie volgende jaren de btw daarin in aftrek gebracht.
De fiscus. De inspecteur meende na een controle dat een deel van de in rekening gebrachte btw onterecht afgetrokken was door de Vof en besloot 43,9% van de btw na te heffen.
Wie is de ‘afnemer’? Deze vraag stond centraal met betrekking tot de afbouw en de inrichting van de praktijkruimten van de huisartsen. In bijna alle facturen, op één na, wordt de Vof genoemd als degene aan wie de leveringen en diensten zijn verricht. De rechtbank stelt dan ook dat de inspecteur moet bewijzen dat de Vof niet degene is aan wie de leveringen en diensten zijn verricht. De inspecteur weet de rechtbank niet te overtuigen van zijn stelling.
Rechtstreeks en onmiddellijk verband. De rechtbank acht het aannemelijk dat de Vof door het dragen van de kosten van de prestatie haar afzetpotentieel kon vergroten omdat de huisartsen daardoor hun intrek zouden nemen in het pand. Er is sprake van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de gemaakte kosten voor de prestatie en de gehele economische activiteit van de Vof. De met betrekking tot de prestatie gefactureerde bedragen behoren zodoende tot de algemene kosten van de Vof en zijn als zodanig verwerkt in de prijs van de door haar geleverde goederen of verrichte diensten. De prestaties zijn voor belaste handelingen en binnen het kader van de onderneming gebruikt.
Vergoeding, geschenk of misbruik?
Fiscus zat ernaast. De stellingen van de inspecteur dat de prestaties de vergoeding vormen voor in natura ontvangen diensten van de huisartsen en dat er sprake was van een relatiegeschenk in de zin van het BUA, slagen niet. Bovendien is er geen sprake van misbruik van recht. Er bestaat geen enkele verplichting voor de huisartsen om patiënten naar de apotheek te verwijzen en er is geen eigendom overgedragen aan de huisartsen. De Vof heeft niet kunstmatig gehandeld, maar zakelijk. Omdat de Vof uitsluitend leveringen of diensten verricht waarvoor recht op aftrek bestaat, kan zij de aan haar in rekening gebrachte btw als voorbelasting in aftrek brengen.
Wat kunt u hiermee?
Samenwerking? Zorgondernemers gaan steeds vaker een samenwerking aan met het oog op een goede, geïntegreerde zorgverlening. Deze samenwerking kan ook worden gebruikt om recht op aftrek van voorbelasting op de afbouw- en inrichtingskosten te optimaliseren. De uitspraak van de rechtbank is bijzonder te noemen: het risico van misbruik ligt hier op de loer. Met de uitspraak kan een voordeel worden gedaan in situaties waarbij een btw-belaste ondernemer, bijvoorbeeld een apotheker, een samenwerkingsverband aangaat met een btw-vrijgesteld ondernemer.