Patiëntenbezoek met ‘luxe koe’ zakelijk aftrekbaar?
Koe, heilig én zakelijk … Met name speelt de vraag of ook heel dure auto’s ‘zo maar’ op kosten van het bedrijf kunnen worden aangeschaft. Inmiddels hebben verschillende rechters hier hun oordeel over gegeven. Daaruit blijkt dat er veel mogelijk is, maar niet alles. Waar moet u op letten?
Uitgangspunt: ú bent de baas
U beslist. Het uitgangspunt bij het maken van kosten voor uw (para)medische praktijk is dat ú de baas bent en dus beslist of een uitgave nodig is, ook als het gaat om de aanschaf van een dure auto. Toch blijkt de inspecteur het hier in de praktijk niet altijd mee eens te zijn. Hij stelt dan dat de dure auto mede is aangeschaft met het oog op persoonlijke motieven. Een deel van de kosten wil hij dan niet in aftrek toelaten.
Inspecteur vraagt uitleg. Zodra de belastinginspecteur zich op het standpunt stelt dat één of meerdere auto’s zijn aangeschaft vanwege persoonlijke motieven, zal hij dit aannemelijk proberen te maken. Eenvoudig is dit niet, zo blijkt. Zo is in het verre verleden al beslist dat van een Rolls Royce niet gezegd kan worden dat men hierin rijdt om te laten zien hoe ver men het maatschappelijk geschopt heeft. Zou dit wel zo zijn, dan is er sprake van ‘het voeren van een zekere staat’ en zijn de kosten niet aftrekbaar. Over een zeer dure Jaguar werd in het verleden hetzelfde beslist en dus waren ook deze kosten gewoon aftrekbaar. In die uitspraak merkte de rechter nog op dat wanneer voor het zakelijk vervoer bijvoorbeeld gebruik zou worden gemaakt van een karos met paarden er geen zakelijk belang meer zou zijn. Als er wordt overdreven, kan de inspecteur ingrijpen, zoals onlangs gebeurde bij een chic advocatenkantoor.
30 auto’s voor de directeur!
Goed, maar niet gek … De directeur van dit kantoor had voor zichzelf maar liefst 30 dure auto’s aangeschaft en de rekening hiervan door het bedrijf laten betalen. De hiermee gemoeide kosten bedroegen maar liefst € 2 miljoen per jaar. De inspecteur haalde hier een streep door, maar de advocaat stapte naar de rechter (LJN: BA9924 en BC9548). Hier hield hij met droge ogen vol dat de auto’s vanuit een zakelijk motief waren aangeschaft, zodat de aftrek niet beperkt kon worden. Hij voerde als reden voor de aanschaf onder meer aan dat een deel van zijn clientèle actief was in de autobranche. De rechter maakte hiermee korte metten. Gelet op het feit dat het zeer dure auto’s betrof, dat dit een hobby van de directeur was, dat alleen de directeur over de aanschaf besliste en dat de auto’s ook alleen aan hem ter beschikking stonden, was het duidelijk dat slechts persoonlijke motieven een rol speelden. Aftrek van de winst was daarom niet mogelijk.
Wat kunt u hiermee?
Niet te bont. De laatste uitspraak geeft aan dat u het wel erg bont moet maken, wil de inspecteur de aftrek voor uw auto kunnen schrappen. Voor de aanschaf van een zeer dure auto zijn namelijk genoeg zakelijke motieven te verzinnen, zoals betrouwbaarheid, duurzaamheid, comfort.
Overdrijf niet! De uitspraak geeft ook aan op welke items men let als men verwijt dat u de auto om persoonlijke motieven heeft aangeschaft. Houd in uw achterhoofd dat overdrijven u de aftrek kan kosten. Dat de inspecteur vindt dat u zich ook met een goedkopere auto wel kunt redden, is echter niet relevant.