Gelijkwaardig is niet altijd helemaal hetzelfde als gelijk
Wat is een ‘maatschap’?
Een ‘maatschap’ is een rechtsvorm waarbij de maten of vennoten (wij spreken hierna over ‘vennoten’) samen iets in een gemeenschap inbrengen met het doel de voordelen van hun samenwerking met elkaar te delen. Maatschappen komen veel voor bij vrije beroepers zoals medici.
Bevoegdheidsverdeling
Gelijkwaardigheid. Het bestaan van een maatschap veronderstelt een zekere vorm van gelijkwaardigheid. Zo bestaat er binnen een maatschap geen gezagsverhouding tussen de vennoten en zijn zij niet in dienst van de maatschap. Vaak komt deze gelijkwaardigheid tot uitdrukking doordat iedereen evenveel stemrecht heeft en doordat allen recht hebben op een gelijk aandeel in de winst.
Gewicht. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat de stem van de ene vennoot meer gewicht in de schaal legt dan die van de andere(n). In grotere maatschappen kent men wel senior- en junior-vennoten. Vaak verschillen daarbij niet alleen de bevoegdheden, maar ook de aandelen in de winst. Zolang niet één vennoot alles voor het zeggen heeft en niet één van de vennoten volledig van de winst wordt uitgesloten, is er veel mogelijk.
Gelijke monniken, gelijke kappen?
Winstverdeling. Het is natuurlijk de bedoeling dat de samenwerking in de maatschap goed blijft verlopen. Daarvoor is onder andere van belang dat iedere maat of vennoot voor gelijke werkzaamheden een gelijke beloning ontvangt. Dit wordt vastgelegd in de winstverdeling.
In de praktijk doet natuurlijk niet iedere vennoot precies evenveel. Ook komt het wel voor dat binnen een maatschap de ene vennoot naast zijn normale werkzaamheden namens de maatschap de contacten met de buitenwacht onderhoudt, terwijl de ander vennoot zich juist meer bezighoudt met de organisatie van de praktijk of met de personeelsaangelegenheden.
Sleutelen aan de winstverdeling
Gladstrijken. Als er geen grote verschillen in werkdruk zijn, is er niets aan de hand. Zijn er echter wél verschillen, dan is het goed om kritisch naar de winstverdeling te kijken.
Wij noemen enkele voorbeelden:
- een vennoot werkt structureel meer of minder dan de andere vennoot of vennoten;
- de echtgeno(o)t(e) van een vennoot werkt zonder vergoeding mee in de praktijk;
- een vennoot is vaak (langdurig) ziek of gedeeltelijk arbeidsongeschikt;
- de privéauto en/of andere goederen van een vennoot worden regelmatig voor de praktijk gebruikt zonder vergoeding.
Afspraken aanpassen. In dit soort gevallen is het verstandig om samen kritisch naar de winstverdeling te kijken. Dat kan ook omdat de wet hier geen dwingende regels voor heeft. Eventuele onbillijkheden kunnen dus worden opgelost door andere afspraken te maken, zoals het aanpassen van de winstverdeling of door aan een vennoot een vergoeding vooraf toe te kennen (ten laste van de winst van de praktijk) en de overige winst gelijk te verdelen. Het hoeft niet tot op de euro te kloppen, het is vaak al voldoende dat degene die zich extra uitslooft maar weet dat dit gewaardeerd wordt.