OUDEDAGSVOORZIENING - 30.11.2012

Eerder stoppen? Wat nu met de belastingplannen?

Eerder stoppen met werken? Kunt u dat - door de nieuwe Haagse plannen - wel vergeten? Hoe moeten we allemaal langer doorwerken om de vergrijzing tegen te gaan en de overheidsfinanciën op orde te brengen?

Alle VUT- en vroegpensioenregelingen zijn inmiddels wel zo’n beetje opgeruimd. Maar ook de AOW schuift op - de vraag is alleen nog maar in welk tempo - en in het kielzog van de AOW verdwijnt ook uw pensioen uit beeld. Dat roept natuurlijk allemaal heel veel weerstand op, zodat het gevolg een ingewikkeld politiek proces is, waarbij de politiek het wapen van de fiscaliteit hanteert om uiteindelijk toch het gewenste gevolg te bereiken. Voor de verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenen zijn afzonderlijke plannen gemaakt die zijn opgenomen in het inmiddels aangenomen wetsvoorstel Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd.

Verhoging AOW-leeftijd

Stapjes. In 2013 wordt de AOW-leeftijd verhoogd met 1 maand naar 65 jaar en 1 maand. Vervolgens wordt de AOW-leeftijd ook in 2014 en 2015 jaarlijks met 1 maand verhoogd, in 2016 tot en met 2018 met telkens 2 maanden en tot slot in 2019 met 3 maanden, zodat in 2019 de AOW-leeftijd 66 jaar is. In de periode 2020 tot en met 2023 vindt een jaarlijkse verhoging van de AOW-leeftijd plaats met 3 maanden, zodat als eindresultaat in 2023 de AOW-leeftijd 67 jaar zal zijn.

Steeds ouder. Vanaf 2024 zal de AOW-leeftijd periodiek worden aangepast aan de stijging van de gemiddelde levensverwachting in stappen van 3 maanden per jaar. Er zal jaarlijks worden bezien of de verhoging van de levensverwachting aanleiding geeft om de AOW-leeftijd te verhogen.

Snellere verhoging? Verhogen van de AOW-leeftijd is een gevoelig proces: bestaande belangen versus toekomstige belangen. Voor veel politieke partijen gaat de verhoging veel te traag. VVD en PvdA zijn in het regeerakkoord overeengekomen de verhoging van de AOW-leeftijd sneller te laten verlopen. Er zou verder een overgangsregeling moeten komen om de nadelige inkomensgevolgen te beperken voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het verlies te compenseren.

Beperking lijfrentepremieaftrek

Opbouw. Het maximumpremiepercentage voor pensioenopbouw van al dan niet bancaire lijfrenten wordt in 2014 verlaagd van 17 naar 15,5% en vervolgens met 0,6 procentpunt verlaagd voor ieder jaar dat de pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd. Uiteraard blijven ook hier opgebouwde rechten volgens plan ongewijzigd bestaan.

Verlaging maximumdotatiepercentage FOR. On­­dernemers jonger dan 65 jaar mogen (desgewenst, waarbij deze keuze ieder jaar opnieuw mag worden gemaakt) ten laste van hun winst uit onderneming een bedrag aan de oudedagsreserve (FOR) doteren. De jaarlijks toegestane dotatie aan de FOR is afhankelijk van de in het jaar behaalde winst en bedraagt in 2012 12% van de winst met een maximum van € 9.542,-. Daarop dienen dan nog wel de premies voor verplichte bedrijfs- of beroepspensioenverzekeringen in mindering te worden gebracht. De dotatie aan de FOR bedraagt ten hoogste het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen aan het einde van het kalenderjaar de FOR bij het begin van het kalenderjaar te boven gaat. Het maximumdotatiepercentage aan de FOR daalt in 2014 van 12 naar 10,9%. Daarna daalt dit percentage met 0,4 procentpunt voor ieder jaar dat de fiscale pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd.

Het maximumpremiepercentage voor pensioenopbouw van al dan niet bancaire lijfrenten wordt in 2014 verlaagd van 17 naar 15,5%. Weet dat opgebouwde rechten volgens plan ongewijzigd blijven bestaan.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01