Wat nu met niet-reële prijzen bij aanbestedingen?
Openbare aanbesteding. Een collega-aannemer heeft ingeschreven op een openbare, Europese aanbesteding voor de nieuwbouw van een ministerie. Op de aanbesteding is het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) van toepassing. De aanbesteding zou door de aanbesteder worden beoordeeld door middel van een puntensysteem op basis van de laagste tarieven voor de verschillende onderdelen. De inschrijver met de laagste inschrijvingsprijs voor een onderdeel, krijgt voor dat onderdeel het hoogste aantal punten. Door alle punten bij elkaar op te tellen, komt de winnende inschrijver uit de bus.
Inschrijvingsvoorwaarden. Volgens de voorwaarden die op de inschrijving van toepassing zijn, behoudt de aanbestedende dienst zich het recht voor om inschrijvingen die naar zijn oordeel niet realistisch en niet-marktconform zijn, naast zich neer te leggen. Een abnormale en manipulatieve inschrijving zou de uitvoering van het werk namelijk niet ten goede komen en zou ten koste gaan van andere inschrijvers die wél een reële prijsopgave hebben gedaan.
Heeft aannemer goede kans?
Bijzonder scherp gecalculeerd. De aannemer die heeft ingeschreven, denkt zelf een goede kans te maken. Hij heeft bijzonder scherp gecalculeerd. Een knappe inschrijver die daar nog onder zou kunnen komen! Groot is dus zijn verbazing dat het werk wordt toegekend aan een andere aannemer die ver onder zijn prijsopgave heeft ingeschreven. Omdat hij het niet vertrouwt, gaat hij bij de aanbestedende dienst verhaal halen, maar die weigert hem nadere informatie te verschaffen.
Groot prijsverschil. De aannemer stelt dat er bij de winnende aanbesteder geen sprake kan zijn van een marktconforme en reële prijsopgave. Daarvoor is het prijsverschil met zijn eigen inschrijving té groot. De aanbestedende dienst is dus verplicht om de inschrijving van de winnaar terzijde te schuiven. Want dit staat in de voorwaarden die de aanbesteder zelf heeft opgesteld.
Niet verplicht. De rechter denkt daar echter anders over. Weliswaar heeft de aanbestedende dienst zich het recht voorbehouden om niet-reële inschrijvingen terzijde te leggen, maar ze zijn daartoe niet verplicht! Ook stelt de rechter vast dat er bij de winnende aanbesteder geen sprake is van negatieve prijzen en tarieven of van tarieven tegen een nultarief, zoals bij deze aanbesteding niet is toegestaan. Weliswaar zijn op onderdelen tarieven aangeboden van € 0,01, maar daardoor is de inschrijving niet ongeldig. Het is aan de aanbestedende dienst om te beoordelen of die tarieven worden geaccepteerd of niet.
‘Prijsdumper’ wél toelichting vragen!
Met te lage tarieven komen aanzetten? Een inschrijver op een aanbesteding die met te lage tarieven komt aanzetten, loopt natuurlijk het risico dat zijn inschrijving door de aanbestedende dienst als onzakelijk opzij wordt geschoven. Als de aanbesteder daarover gerede twijfels heeft, is hij volgens de rechter wél verplicht om de inschrijver om een aanvullende toelichting te vragen. De inschrijver zal dan moeten aantonen dat zijn inschrijving serieus moet worden genomen. Maar omdat daar hier volgens de rechter geen sprake van is, schiet de aannemer daar weinig mee op en vist hij achter het net!