BESTELAUTO - BPM - 30.10.2012

Let op bij verkoop bestelauto!

Als bouwondernemer hoeft u bij aankoop van een bestelauto geen bpm te betalen. Dat is mooi, maar houd wel de bureaucratische valkuilen in de gaten bij verkoop van die bestelauto. Waar moet u dan nu op letten?

Bpm. Als u een nieuwe auto koopt, betaalt u bpm over de aanschafprijs. Voor ondernemers bestaat hierop echter een uitzondering, waardoor ze geen bpm hoeven te betalen. Om misbruik tegen te gaan, gelden er bij verkoop van de bestelauto strenge voorwaarden. Die luisteren nauw, zo ontdekte uw collega onlangs.

Bestelauto verkocht wegens ziekte

De betreffende ondernemer had samen met zijn vrouw een Vof. Voor hun onderneming gebruikten ze o.a. een bestelauto. Bij aankoop van de bestelauto hoefde er geen bpm te worden betaald, dankzij de vrijstelling voor ondernemers. Deze vrijstelling houdt in dat als een ondernemer een bestelauto voor meer dan 10% zakelijk gebruikt, er geen bpm verschuldigd is. Wegens ziekte werd de bestelauto na twee jaar op naam van de vrouw gezet, die deze een tijd later aan een autobedrijf verkocht. Het op naam van de vrouw zetten, resulteerde vervolgens in een naheffing bpm van bijna € 6.000,- plus 10% boete. De ondernemer nam dit niet en ging in bezwaar, enz.

Doorverkoop. Bij doorverkoop van een bestelauto in de eerste vijf jaar van registratie in het kentekenregister, moet alsnog een deel van de bpm worden betaald. Zo wordt voorkomen dat ondernemers een bestelauto zonder bpm aan particulieren kunnen verkopen.

Doorverkoop aan ondernemer. Op deze regeling bestaat echter één uitzondering. Als de bestelauto aan een ondernemer wordt doorverkocht die deze bestelauto ook meer dan 10% zakelijk gebruikt, blijft de heffing achterwege.

Verklaring bij verkoop aan ondernemer

Wie schrijft, die blijft. Er geldt nóg een voorwaarde. Zowel de verkoper als de koper van de bestelauto moeten een verklaring ondertekenen dat de koper van de bestelauto voor toepassing van de vrijstelling in de plaats komt van de verkoper. Zonder deze verklaring loopt de verkopende ondernemer het risico van een naheffing, zoals ook in dit geval.

Het gerechtshof stelde vast dat de ondernemer bij de verkoop niet aan de voorwaarden voor de vrijstelling had voldaan (LJN: BX8221). De bewuste verklaring was helaas pas een paar jaar na het op naam zetten, opgesteld. Toen de naheffing bpm al lang en breed in de bus lag. Te laat, aldus de fiscus én de rechters. Deze verklaring had er bij het wijzigen van de tenaamstelling al moeten zijn.

Zo erg is dat toch niet? Voor de rechter bleek dat de bestelauto keurig was doorverkocht aan een ondernemer die hem ook meer dan 10% zakelijk gebruikte. Van misbruik van de vrijstelling was dus geen sprake. Volgens de inspecteur en de rechter was dit niet relevant. De verklaring ontbrak op het moment dat de bestelauto op naam werd gezet. Erg wrang, vinden wij.

Opletten! Verkoopt u een bestelauto binnen vijf jaar na inschrijving in het kentekenregister, dan is het dus opletten geblazen. Bij verkoop aan een particulier moet u alsnog bpm afdragen. Bij verkoop aan een ondernemer niet, maar dan moet deze wel verklaren dat hij in uw plaats treedt. Zorg dat u altijd zo’n verklaring heeft!

Een model: ‘Bpm. Doorschuifregeling ondernemers’ vindt u op: http://bouw.indicator.nl (BW 15.05.06).

Zorg bij verkoop van een bestelauto binnen vijf jaar na opname in het kentekenregister, dat u een verklaring heeft die door u en de koper is ondertekend. Zonder verklaring loopt u het risico van een naheffing bpm!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01