PATIËNTENRECHT - 30.10.2012

Keuzevrijheid patiënt (internet)apotheek

Medio september jl. heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan twee samenwerkingsverbanden van huisartsen de verplichting opgelegd om patiënten door te verwijzen naar de apotheek van hun keuze. Wat speelde er?

Deze huisartsen weigerden expliciet hun patiënten te verwijzen naar de Thuisapotheek (internet), die volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg verantwoorde zorg levert. Voor de NZa was doorslaggevend dat de betreffende huisartsen, verenigd in twee zorggroepen, een machtspositie hebben in de regio’s waarin zij werken. Patiënten zouden daardoor geen vrije (apotheek)keuze hebben.

Verplichte vermelding

Apotheek van eigen keuze. De NZa verplicht nu beide samenwerkingsverbanden om patiënten er expliciet op te wijzen dat zij medicijnen bij de apotheek van hun keuze kunnen krijgen. Die mededeling moet zichtbaar in de praktijk hangen, moet op de website van de huisartsen staan en moet vermeld worden op het formulier waarmee herhaalrecepten kunnen worden besteld. De huisartsen moeten het ook expliciet melden tijdens het consult met de patiënt. De patiënt heeft keuzevrijheid waar hij zijn medicijnen wil halen, de huisarts moet daar ook mee samenwerken en de relevante informatie met die apotheek uitwisselen.

Verantwoorde zorg

Kern. Iedere apotheek, ook de internetapotheek, moet uiteraard wel verantwoorde zorg leveren en service in acute situaties, bijv. als direct antibiotica moet worden geslikt. De inspectie heeft in de toezichtrol daarop ook een verantwoordelijkheid. Indien de reden van het niet willen verwijzen naar de betreffende apotheek is, dat deze onverantwoorde zorg zou leveren, moet de huisarts de patiënt daarover informeren en de inspectie daarop wijzen. Dat vloeit voort uit zijn professionele plicht om te handelen als ‘goed hulpverlener’ (art. 453 van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst).

Commercie. Indien de reden om niet te verwijzen, is gelegen in meer commerciële overwegingen (afspraken met bepaalde apotheken), is het besluit van de NZa op zijn plaats. Volgens artikel 11 van het Besluit Geneesmiddelenwet is het artsen en apothekers immers verboden om met elkaar (direct of indirect) overeenkomsten te sluiten of samenwerkingsvormen aan te gaan die tot gevolg (kunnen) hebben dat het ter hand stellen van geneesmiddelen aan patiënten door andere overwegingen dan die van een goede geneesmiddelenvoorziening wordt beïnvloed.

Download de ‘KNMG-richtlijn online arts-patiënt contact’ en de ‘Gedragsregels voor artsen’ gratis van: http://medicus.indicator.nl (MD 05.14.02 A en B)

Vrije hulpverlenerskeuze

Het uitsluiten van kwalitatief verantwoorde zorg door hulpverleners, door te weigeren te verwijzen naar een bepaalde hulpverlener (zoals een apotheek) is in strijd met de vrije keuze van patiënten maar ook met de mededingingsregels. Volgens de Gedragsregels voor artsen van de KNMG “respecteert de arts het recht van de patiënt op vrije (artsen)keuze” en “zalde arts de verwijzing van een patiënt naar een andere arts of hulpverlener (zoals apotheker) vergezeld doen gaan van relevante inlichtingen en een duidelijke omschrijving van het doel van de verwijzing ...

Reageren op besluit. Belanghebbenden kunnen tot 30 oktober reageren op het voorgenomen besluit. Daarna zal de NZa een definitief besluit nemen.

Uw patiënt heeft een eigen keuzevrijheid als u hem verwijst naar een andere hulpverlener. Vindt u die andere hulpverlener écht ondermaats, dan moet u dat met uw patiënt bespreken én aan de inspectie melden.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01