Fiscale boete, hoe nu minder?
Verzuimboetes
Niet (goed) of te laat ingediend. De meest voorkomende fiscale verzuimboetes bij inkomstenbelasting (IB), vennootschapsbelasting (Vpb), loonbelasting (LB) en omzetbelasting (btw) zijn:
- geen of te late aangifte IB of Vpb: max. € 4.920,-;
- niet of te laat IB of Vpb betalen: max. € 4.920,-;
- niet, onjuist, onvolledig of te laat aangifte LB doen: max. € 1.230,-;
- niet, onvolledig of te laat betalen van LB of btw: max. € 4.920,-;
- LB of btw-aangifte én betaling te laag: max. € 4.920,-.
Voor verzuimboetes maakt het in beginsel niet uit of u iets te verwijten valt, maar de feitelijke omstandigheden bepalen wel de hoogte van de boete.
Vergrijpboetes
Bij opzet of grove schuld. En dan zijn er nog de vergrijpboetes, die kunnen alleen worden opgelegd als er sprake is van opzet of grove schuld van uw zijde:
- niet, onvolledig of onjuist aangifte IB of Vpb doen: max. 100% van de belasting;
- niet, onvolledig of onjuist aangifte IB box 3 doen: max. 300% van de belasting;
- navordering/naheffing IB, Vpb, LB of btw: maximaal 100% van de belasting;
- navordering IB box 3: max. 300% van de belasting.
Niet aftrekbaar
Dat liegt er dus niet om! U zou wellicht kunnen denken dat u de boete kunt aftrekken van uw fiscale winst. Maar daar heeft de wetgever een stokje voor gestoken: fiscale boetes zijn niet aftrekbaar.
Wordt de soep niet zo heet gegeten? In de meeste gevallen wordt de soep niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Zo wordt de maximum boete niet altijd opgelegd maar een percentage daarvan. Het maakt natuurlijk wel verschil of u voor de tweede keer te laat betaald of voor de tiende keer.
En de vergrijpboete wordt afhankelijk van ernst vaak verminderd van 100 tot 50% of 25%. Maar omdat deze boetes een percentage zijn van de verschuldigde belasting, kan het aardig oplopen. Soms zo hoog dat u er de rest van uw leven elke maand een verkeersboete van kunt betalen. Als er zo’n wanverhouding is, kunt u verzoeken om verlaging van de boete.
Voorbeelden uit de rechtspraak. A dient zijn aangiften inkomstenbelasting over 1994, 1996 en 1997 te laat in. In 1998 is hij weer te laat en krijgt hij een boete van € 794,-. Het Hof verlaagt de boete tot € 227,- mede omdat het ‘maar’ om € 310,- inkomstenbelasting ging.
Sterke argumenten voor boeteverlaging
Wat de rechter ook belangrijk vindt, is dat als er een korte verzuimperiode (één week) speelt en dat er een belastingadviseur is ingeschakeld om dit soort fouten voortaan te vermijden. In zo’n geval vond het Hof een boete van € 500,- i.p.v. € 2.460,- (!) ‘passend en geboden’, zoals dat zo mooi heet.