Zorgplicht bank bij opzegging lening en executie
Guus Geluk koopt een recreatiebungalow en sluit daarvoor een hypotheek met de bank voor € 250.000,-. Als er betalingsachterstanden ontstaan, zowel op de lopende rekening als op de hypotheek, zegt de bank de financiering op.
Een half jaar later verkoopt de bank de bungalow. Moet de bank zich daarbij nog aan bepaalde regels houden?
Regels voor de bank
Hoffelijke uitspraak. Dat kwam aan de orde bij het Gerechtshof in Leeuwarden (LJN: BV2358). In deze zaak zet het Hof nog eens op een rij waar de bank zich aan moet houden als zij een object executoriaal verkoopt.
Zwaarwegend belang. Het Hof stelt voorop dat het de bank op grond van de kredietovereenkomst en de algemene voorwaarden vrijstaat om een kredietovereenkomst op te zeggen. Maar de bank mag dit alleen doen als zij voor de opzegging een voldoende zwaarwegende grond heeft. Veel hangt daarbij af van de concrete omstandigheden.
Bijzondere zorgplicht. Gezien het feit dat de bank een bijzondere maatschappelijke positie heeft, heeft de bank ook een bijzondere zorgplicht. Hoe ver deze zorgplicht reikt, hangt ook weer af van de concrete omstandigheden van het geval.
Uiterste middel. Volgens het gerechtshof mag de bank de kredietovereenkomst alleen opzeggen als er geen andere (meer passende) mogelijkheden meer zijn. Bovendien mag de opzegging niet té zwaar zijn in relatie tot de ernst van de situatie. Let op. Maar de rechter die dit toetst, moet terughoudend zijn; hij mag niet op de stoel van de bankier gaan zitten.
Zorgplicht
In dit geval vond de rechter dat de zorgplicht niet geschonden was. Hij vond daarvoor de volgende elementen belangrijk:
- er was sprake van structurele achterstanden;
- de bank had de problemen meerdere malen aan de orde gesteld bij Guus;
- de bank heeft samen met Guus naar andere oplossingen gezocht;
- de bank heeft Guus een ruime tijd de gelegenheid gegeven een andere financier te zoeken.
Het Hof besliste daarom dat de bank bij het opzeggen van de financieringsovereenkomst niet in strijd handelde met de zorgplicht.
Vaste rechtspraak. In de rechtspraak is inmiddels een vaste lijn te zien van wat ‘zorgvuldigheid’ nu precies inhoudt als een financier het krediet wil opzeggen. Het Hof Arnhem zet deze factoren nog eens op een rij:
- de duur, de omvang, de exclusiviteit, de complexiteit en het verloop van de kredietrelatie;
- er is sprake van een aanmerkelijke afname van de kredietwaardigheid of een aanmerkelijke toename van het risico;
- het gedrag en de betrouwbaarheid van de kredietnemer;
- de mate waarin de kredietnemer tekort is geschoten;
- de termijn die de kredietnemer krijgt om de problemen op te lossen;
- de levensvatbaarheid van de onderneming van de kredietnemer;
- de verwachtingen die de bank (door haar eigen gedragingen) heeft gewekt;
- andere maatschappelijke belangen.