Jij mag het huis hebben, maar de oven is van mij!
Precies zoals afgesproken. Na een huwelijk van twintig jaar besluiten Jan en Marie uit elkaar te gaan. Zij waren op huwelijkse voorwaarden getrouwd en bij de boedelscheiding werd keurig gevolgd wat destijds was afgesproken: de echtelijke woning moest worden verkocht en het saldo (na aftrek van de hypotheek en verrekening van de (verkoop)kosten) moest worden verdeeld. De inboedel zou aan Marie toekomen.
Alles is inboedel. Bij het verlaten van de woning nam Marie niet alleen de inboedel mee, maar ook een jacuzzi, een luxe oven, een luxe magnetron en een stoomoven. Zij vond dat dit allemaal ‘roerende zaken’ zijn die tot de inboedel behoren ... en volgens de afspraken is die van haar.
Onverkoopbaar
Terug met die apparatuur. Jan vond dat de voormalige echtelijke woning zonder de keukenapparatuur en de jacuzzi onverkoopbaar was geworden. Hij stapt naar de rechter om te bewerkstelligen dat Marie de jacuzzi en de keukenapparatuur terugplaatst en laat installeren. Jan vindt dat hierbij een dwangsom moet worden opgelegd.
Hoe is dit in de wet geregeld?
In de wet is het zo geregeld dat wat aard en nagelvast aan een onroerende zaak verbonden is, wordt beschouwd als onderdeel van de onroerende zaak. Denk aan een als bouwpakket geleverde veranda die vast aan de gevel is gemonteerd. Verder is het mogelijk dat een roerende zaak zodanig goed bij de onroerend zaak past of daar een zo belangrijk onderdeel van is, dat de onroerende zaak niet compleet is zonder de roerende zaak in kwestie.
Denk aan twee aquaria die precies op maat zijn gemaakt en samen de nissen in de wand tussen de zitkamer en de eetkamer opvullen.
Ik wil die apparatuur écht terug
Ik heb het niet meer. Bij de rechter stelt Marie dat zij de jacuzzi verkocht heeft. Deze kan zij dus hoe dan ook niet teruggeven. De rechter wil Marie niet tot het onmogelijke veroordelen, zeker niet onder verbeurte van een dwangsom. Om deze reden wijst hij dit deel van de vordering af.
Apparatuur geen deel woning. Met betrekking tot de keukenapparatuur beslist de rechter dat deze volgens de verkeersopvattingen geen deel uitmaakt van de woning. De keukenapparatuur is niet een zodanig deel van de woning dat de woning zonder deze apparatuur incompleet is.
Altijd anders. Hierbij speelt volgens de rechter de inrichting en de constructie een rol, en ook in welke mate de apparatuur is afgestemd op de keuken. Het hangt dus van de omstandigheden af of (extra) apparatuur deel uitmaakt van de woning (LJN: BV8855).
Tip. Als makelaar ontkomt u er bijna niet aan bij een dergelijk conflict betrokken te worden. Geef partijen in overweging dat zij beiden belang hebben bij een spoedige verkoop van de woning. Probeer de keuken compleet te krijgen of te houden. Daarbij gaat het niet alleen om wie juridisch recht heeft op de apparatuur, maar om het totale plaatje. Een compleet afgewerkte en ingerichte keuken met apparatuur ziet er nu eenmaal beter uit. Dit bevordert mogelijk de verkoop en is in ieders belang. Adviseer uw cliënten om de discussie over die paar duizend euro dat de apparatuur waard is, voorlopig te parkeren.