Verplichte mestopslagcapaciteit nu 7 maanden
Verplichte mestopslagcapaciteit
Minimale mestopslagcapaciteit. Ieder veehouderijbedrijf moet een minimale mestopslagcapaciteit hebben. Per 2012 moet u alle mest die in de periode van augustus t/m februari (zeven maanden) op uw bedrijf wordt geproduceerd, op kunnen slaan.
Dit is de wettelijk verplichte minimale opslagcapaciteit. Deze opslagcapaciteit kunt u berekenen door het aantal dieren te vermenigvuldigen met de normen uit de tabellenbrochure van Dienst Regelingen.
Aantal dieren. De hoofdregel is dat u voor de bepaling van de verplichte opslagcapaciteit het aantal dieren hanteert dat u volgens de milieuvergunning op uw bedrijf mag houden. Heeft u geen vergunningsplicht, dan moet het aantal dieren worden gehanteerd dat u in uw stallen kunt houden.
Verplichte opslagcapaciteit lager
Uitzonderingen. Er zijn echter situaties, dat de hoofdregel voor het aantal dieren niet reëel is. Voor een aantal situaties zijn om deze reden uitzonderingen opgenomen. Hierdoor kan de verplichte opslagcapaciteit lager zijn. Het gaat hierbij om de hiernavolgende situaties/uitzonderingen.
- Mestafzet: de mest waarvoor u geen opslagcapaciteit heeft, voert u in de betreffende periode af. Dit moet u echter wel aannemelijk maken door bijvoorbeeld vooraf een mestafzetovereenkomst met afnameplicht af te sluiten.
- Aanwenden op bouwland: u rijdt nog mest uit in de betreffende periode (excl. de maand februari).
- Minder dierplaatsen: het aantal dieren dat u in de stallen kunt houden, is lager dan op grond van de milieuvergunning is toegestaan.
- Minder dieren: u houdt in de betreffende periode structureel minder dieren.
Voorbeeld 1. Stel, u heeft een varkensbedrijf met een milieuvergunning en een stalcapaciteit van 1.000 vleesvarkens op drijfmest. U heeft een mestafzetcontract afgesloten met afnameverplichting voor 300 m3. Op grond van het aantal dieren moet u 1.000 x 0,75 = 750 m3 mestopslag hebben. Echter door het mestafzetcontract is de verplichte mestopslagcapaciteit voor uw bedrijf 450 m3 (750 - 300).
Voorbeeld 2. Als u op uw bedrijf aantoonbaar minder dieren kunt houden dan op grond van de milieuvergunning is toegestaan, dan mag u voor de verplichte mestopslagcapaciteit van het lagere aantal dierplaatsen uitgaan.
Stel, u heeft een varkensbedrijf met een milieuvergunning voor 2.500 vleesvarkens. Echter, u heeft maar stalruimte voor 1.500 vleesvarkens. Voor de berekening van de verplichte mestopslagcapaciteit mag u uitgaan van 1.500 vleesvarkens.
Voorbeeld 3. Als u op uw bedrijf structureel minder dieren houdt, mag u voor de berekening van de verplichte mestopslagcapaciteit van dit lagere aantal uitgaan.
Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als u een melkveebedrijf heeft met een stal voor bijvoorbeeld 150 dierplaatsen, maar dat u gezien uw melkquotum structureel maar 100 dieren houdt. Voor de berekening van de verplichte mestopslagcapaciteit mag u dan uitgaan van 100 dieren.